This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hoe was je vakantie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
Hebben jullie nog iets moois (biologisch) gezien tijdens de vakantie?
Slide 2 - Open question
Biologisch evenwicht
= de grootte van een populatie schommelt altijd rond een bepaalde evenwichtswaarde.
Of een populatie groeit of krimpt is afhankelijk van de abiotische en biotische factoren (afb. 10).
Slide 3 - Slide
Populatie groei
S-curve = voldoende voedsel + natuurlijke vijand
J-curve = Voldoende voedsel en geen natuurlijke vijanden.
A: ontstaan plaag = J curve
B: voedsel raakt op/ziektes breken uit
C: veel sterfte, misschien uitsterven
Draagkracht van een ecosysteem: De maximale hoeveelheid dieren die kunnen overleven in een bepaald gebied, zonder schade aan te richten of een plaag te vormen.
Slide 4 - Slide
Hoe verstoren exoten het biologisch evenwicht?
Slide 5 - Open question
Hoe komen exoten in een ecosysteem terecht?
A
Door windvlagen of golfstromen uit koers geraakt
B
Geïmporteerd voor hobbyisten
C
Verstekeling op een vrachtschip of -vliegtuig
D
Wegvallen van natuurlijke barrières
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Grote waternevel
Overwoekert heel snel complete watergangen. Komt uit Noord-Amerika, maar groeit tegenwoordig zo'n beetje overal te wereld. Werd in Nederland verkocht als vijverplant en in 1994 voor het eerst in het wild aangetroffen. Het verkoopverbod in 2001 was te laat om de verspreiding in te dammen…
Slide 8 - Slide
Muskusrat
Ondermijnt met zijn gegraaf dijken en plant zich ongekend snel voort. Werd begin vorige eeuw door een Tsjechische graaf uit Alaska meegenomen voor in zijn achtertuin. Verspreidde zich snel daarna als een olievlek over Europa
Slide 9 - Slide
Eikenprocessierups
De eikenprocessierups (Thaumetopoea processionea) is de rups van een nachtvlinder die in Nederland sinds 1990 steeds algemener voorkomt. Meegelift met warmer wordende klimaatzones.
De soort is in het bezit van voor de mens gevaarlijke brandharen en vertoont herhaaldelijk getalsmatig pieken in aanwezigheid, waardoor ze als een plaaginsect wordt beschouwd.
Slide 10 - Slide
Rode rivierkreeft
Komt uit Noord-Amerika en heeft als drager van de kreeftenpest de inheemse rivierkreeft in West-Europa vrijwel uitgeroeid. Werd vanaf 1970 in Europa uitgezet voor de kweek. In Nederland is de populatie de afgelopen tien jaar geëxplodeerd.
De rivierkreeft heeft veel invloed op de vegetatie en de amfibieën.
Slide 11 - Slide
Amerikaanse vogelkers
"In de eerste helft van de 20ste eeuw werd hij door ietwat onnadenkende bosbeheerders overal aangeplant als ‘vulhout’ in productiebossen. De nieuwkomer wist die kans goed te gebruiken en groeide al snel uit tot een plaag."
Gedijt heel goed op stikstofhoudende bodems
Slide 12 - Slide
Aziatische tijgermug
De soort komt oorspronkelijk uit Azië, maar is als larve met de export van allerlei goederen naar andere werelddelen verspreid. De tijgermug houdt van een warm klimaat en is een zogenaamde vector van een groot aantal ziekten, zoals westnijlziekte en dengue.
Slide 13 - Slide
Exoten
Worden door menselijk handelen geïntroduceerd
Expres of per ongeluk
Van te voren niet te voorzien wat de gevolgen zijn
Slide 14 - Slide
Japanse oester
Exoot die in 1962 werd geïntroduceerd in Zeeuwse wateren vanwege oesterziekte.
De Japanse oester heeft in Nederland vrijwel geen natuurlijke vijanden, hij is nauwelijks te openen voor inheemse dieren. Het zou daarom een negatief effect hebben op de aantallen van sommige vogels van de Europese kustwateren. Ook zou dit dier de larven van de mossel, de kokkel en de oester consumeren
Slide 15 - Slide
Opdracht:
Onderzoek in je gekozen ecosysteem
- of er exoten in voorkomen
- hoe de exoten in je ecosysteem gekomen zijn
- wat voor gevolgen deze exoot heeft voor je ecosysteem