71 en 7.2 spelling

Welkom klas 4!
HOOFDSTUK 7 - SPELLING
B-BOEK  BLZ. 114

                                                              
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 4!
HOOFDSTUK 7 - SPELLING
B-BOEK  BLZ. 114

                                                              

Slide 1 - Slide

Planning 
  • Lezen
  • Planning periode
  • Leerdoelen spelling 
  • uitleg en quizvragen spelling
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Planning periode 5
- Spelling 7.1 en 7.2



Slide 3 - Slide

Doelen van de spellinglessen
  • Ik kan de werkwoorden correct spellen  
  • Ik kan een werkwoord in de tegenwoordige tijd spellen
  • Ik kan een werkwoord in de voltooide tijd spellen
  • Ik kan een werkwoord in de verleden tijd spellen
  • Ik kan een tegenwoordig deelwoord spellen

Slide 4 - Slide

Hoe goed denk jij dat je de leerdoelen al beheerst?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

7.2 werkwoorden blz. 117

Slide 6 - Slide

(Vinden) jij Engels ook zo moeilijk?
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 7 - Quiz

Hij heeft zijn knie (schaven).
A
geschaavt
B
geschaaft
C
geschaafd
D
geschaavd

Slide 8 - Quiz

Dat (gebeuren) iedere dag.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 9 - Quiz

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 10 - Slide

Hij (voeden) die puppy alleen op.
A
voet
B
voedt
C
voed

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

verleden tijd
Zwakke werkwoorden: klankvast
kook/kookte
ren/rende
Sterke werkwoorden: klankveranderend
loop/liep
zing/zong
eet/at
zwem/zwom


Slide 13 - Slide

Wat is het tegenwoordig deelwoord (td) van schreeuwen?
A
schreeuwt
B
schreeuwen
C
schreeuwde
D
schreeuwend

Slide 14 - Quiz

Tegenwoordig deelwoord
Zelfde als onvoltooid deelwoord

(Al) schreeuwend
(Al) fluitend liep het meisje over straat
Mijn moeder stond (al) kokend in de keuken

Altijd met een D

Slide 15 - Slide

Haar gedrag is (veranderen).
A
verandert
B
veranderd

Slide 16 - Quiz

Werkwoordspelling

Slide 17 - Slide

Leg uit hoe 't ex-kofschip werkt bij werkwoordspelling

Slide 18 - Open question

Verleden tijd
  1. Kijk naar het werkwoord:
  2. Haal –en af van het hele werkwoord
  3. Kijk naar de laatste letter
  4. In ‘t (e)x – k(o)fsch(i)p ?
  5. Ja: ik-vorm + te(n)
  6. Nee: ik- vorm + de(n)

Slide 19 - Slide

Had je nog een paar fouten? 
Ga dan nog extra oefenen met paragraaf 7.2  

Slide 20 - Slide

Sexy fokschaapspel
1 keer dobbelen: bepaalt je plek
2 keer dobbelen: bepaalt welke vorm je moet gebruiken

Slide 21 - Slide

Volgende les 7.1 en 7.2
Afsluiting 

Slide 22 - Slide