Herhaling H5 - 3A -§1 & 2

1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen emigratie en immigratie?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Pushfactor
Pullfactor
Minder kans op natuurrampen
Voldoende werkgelegenheid
Droogte
Oorlog
Armoede
Familie en vrienden

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

In welke gebieden zie je een vestigingsoverschot en waarom juist deze gebieden?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Welke 4 groepen migranten zijn er?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Welke uitspraak is juist?
I. In het buitenland geboren New Yorkers wonen gelijkmatig verspreid over de stad.
II. In het buitenland geboren New Yorkers wonen (op basis van achtergrond) in bepaalde delen van de stad.
A
I
B
II

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Waarom is juist de lijn van migranten die asiel aanvragen het meest grillig?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model. 
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Noem een economisch gevolg voor de herkomstgebieden.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

India ontvangt 62 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 3% van het bnp.
Tadzjikistan ontvangt 1,4 miljard dollar aan geldzendingen, ongeveer 37% van het bnp.
Dit heeft invloed op de economie van beide landen.
Welke uitspraken zijn juist?
I Tadzjikistan is het minst afhankelijk van geldzendingen want ontvangt slechts 1,4 miljard dollar.
II India is het minst afhankelijk, want geldzendingen zijn slechts 3% van het bnp.

A
I Juist II Juist
B
I Juist II Onjuist
C
I Onjuist II Juist
D
I Onjuist II Onjuist

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Bekijk de leerdoelen, beheers je ze allemaal?
1. Welke soorten migratie en migratieredenen zijn er?
2. Waarom leidt economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie?
3. Wat zijn de gevolgen van migratie in herkomstgebieden?
4. Waarom hangt migratie af van aspiraties en mogelijkheden?
5. Kan je het apiraties en mogelijkheden model zelf invullen?


Ja, deze vragen kan ik zonder in mijn boek te kijken beantwoorden
Ik kan de vragen beantwoorden, maar ik heb nog moeite met het juist formuleren van een antwoord bij vragen.
Ik kan de vragen beantwoorden, maar als ik een bron of een plaatje moet uitleggen gaat dat nog niet soepel.
Ik moet in mijn boek kijken om de vragen te kunnen beantwoorden, maar ik weet wel waar de vragen over gaan
Ik weet niet waar de vragen over gaan en moet nog veel aandacht besteden aan deze paragraaf

Slide 21 - Poll