2kgt Lezen §5 Hoofd- en bijzaken-deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, havo
• Leerjaar 2

• Je schrift en boek liggen op tafel.
  
  

§5 Hoofd- en
bijzaken

Voordat we beginnen:

Cursus 1

Meer dan lezen

• 
  
• Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.

Lesdoelen

In deze les:

• opdracht 3, 4 en 5 bespreken
• opdracht 6 gezamenlijk
• opdracht 7 en 8 zelfstandig maken
• gezamenlijk afsluiten

Opdracht 3 (p.32)

• 1. Wat is het onderwerp van de tekst?
• Flessenpost (na 37 jaar gevonden)
• 2. Wat is de tekstsoort van tekst 2?
• nieuwsbericht

Tekst 2

Japanse flessenpost bereikt na 37 jaar Hawaïaans strand

Opdracht 3 (p.32)

• 3. Welke onderstreepte zinnen zijn hoofdzaken? Noteer de letters.
• b en c
• 4.Waarom staan de instructies op de briefjes in de flessen in het Japans, Engels en Portugees?
• Omdat veel mensen die talen verstaan en dan het bericht kunnen lezen. 
• 5. Staat in de eerste zin van alinea 4 een hoofdzaak of had de schrijver deze zin weg kunnen laten? 
• De eerste zin van alinea 4 is geen hoofdzaak. De schrijver kan de zin weglaten. Je begrijpt de tekst zonder die zin ook.

Tekst 2

Japanse flessenpost bereikt na 37 jaar Hawaïaans strand

Opdracht 3 (p.32)

• 6. Welk tussenkopje past boven alinea 4?
• C Verlangen naar vroeger
• 7.Waarvan is ‘Onder meer aan de Amerikaanse westkust’ (al. 5) een voorbeeld?
• uithoeken van de wereld 

Tekst 2

Japanse flessenpost bereikt na 37 jaar Hawaïaans strand

prijzige

automatisch

nieuwsbulletin

kunstmatige

uiteraard

dure

nieuwsbericht

onnatuurlijke, nagemaakte

vanzelfsprekend

zelfwerkend

Opdr.

4

Opdracht 5 (p. 33/34)

Lees tekst 3 oriënterend.

1. Wat is het onderwerp van tekst 3?

1. Airpods
2. een onderzoek
3. een winactie
4. muziek

2. Wat is het tekstdoel van tekst 3?

1. activeren om met de wedstrijd mee te doen
2. informeren over een wedstrijd
3. instrueren hoe de wedstrijd werkt
4. overtuigen hoe belangrijk de wedstrijd is

Opdracht 5 (p. 33/34)

• 3. Welke onderstreepte zinnen zijn bijzaken? Noteer de letters.
• c en d
• 4. Wat is volgens alinea 2 een virtuele avatar?
• Een poppetje dat jou vertelt wat je moet weten, zonder dat je het hele artikel hoeft te lezen.

Opdracht 5 (p. 33/34)

• 3. Welke onderstreepte zinnen zijn bijzaken? Noteer de letters.
• c en d
• 4. Wat is volgens alinea 2 een virtuele avatar?
• Een poppetje dat jou vertelt wat je moet weten, zonder dat je het hele artikel hoeft te lezen.

5. Welk signaalwoord van volgorde staat in alinea 3?

• eerst

(3) In het onderzoek krijg je eerst een kort fragment uit een nieuwsbulletin van Metro te zien met een automatisch gegenereerde kunstmatige stem. We willen van jou graag weten hoe je het vindt om nieuws in deze vorm te bekijken. Het gaat dus niet om het nieuws zelf.

(d) Maar bijvoorbeeld om wat je ziet en hoe het klinkt.

Hier kun je meedoen aan het onderzoek. Dat kan tot en met vrijdag 20 augustus 23.59 uur.

6. Welk synoniem voor ‘irritante’ (al. 1) staat in alinea 4?

• vervelende

4) (e) Aan het einde krijg je de optie om je mailadres achter te laten als je mee wilt doen aan de loting. Vul je mailadres in als je de AirPods wilt winnen. Dat is uiteraard optioneel, maar als je dat níet doet, kun je niet meedoen aan de winactie. Je antwoorden worden niet aan je mailadres gekoppeld en je krijgt daarna ook geen vervelende mailtjes van ons. Wel kun je je nog inschrijven voor onze nieuwsbrief, dan ontvang je elke donderdag om 16.00 uur het leukste nieuws van Metro. Deze week zitten er zelfs drie winacties in de nieuwsbrief.

Opdracht 5 (p. 33/34)

• 7. In alinea 3 staat ‘een automatisch gegenereerde kunstmatige stem’. Noteer een voorbeeld van een plek waar je zo’n stem zelf wel eens hoort..
• Bijvoorbeeld: in de lift, in de auto 

Opdracht 5 (p. 33/34)

• 8. Lijkt het jou handig als een poppetje jou het nieuws voorleest of lees je het nieuws liever zelf? Leg uit waarom je dat vindt.
• Bijvoorbeeld:
  
• Ik lees het nieuws liever zelf, want ik vind de stemmen van de poppetjes vervelend.
  
• Ik hou niet van lezen en vind het gemakkelijker om voorgelezen te worden. 

Opdracht 5 (p. 33/34)

• 9. In alinea 4 staat dat het invullen van je mailadres optioneel is. Moet je je mailadres invullen als je niet wilt meedoen? Leg uit waarom wel of niet.
• Nee, dan hoef je het niet in te vullen.
  
• Eigen antwoord: Bijvoorbeeld:
• Ze hebben mijn adres niet nodig, omdat ik toch niet win.

Opdracht 5 (p. 33/34)

• 10. Leg in eigen woorden uit wat je moet doen om mee te doen aan het onderzoek.
• Je moet op hier klikken en dan naar een fragment van Metro luisteren. Daar moet je je mening over geven. Daarna vul je je e-mailadres in.

11. Wat is de hoofdgedachte van tekst 3?

1. Doe mee aan ons korte onderzoek als je de Airpods wilt winnen
2. In de nieuwsbrief staan zelfs drie winacties.
3. Muziek luisteren via oortjes met een draadje is ouderwets.

Opdracht 6: Lees de vragen en bekijk daarna het fragment.

Wat?	Cursus 1 Meer dan Lezen: §5 Hoofd- en bijzaken. Opdracht 7 en 8 op blz. 35-37.
Hoe?	Zelfstandig of in tweetallen. Werk de antwoorden uit in je schrift.
Hulp	De theorie in deze LessonUp en de uitleg op blz. 31.
Tijd	Tien minuten.
Waarom?	Om te oefenen met het herkennen van hoofd- en bijzaken.
Klaar?	Zelf aan de slag met hoofd- en bijzaken (p. 37->)

Maken

• Je hebt de stof van Lezen periode 1 herhaald.
  
• Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een tekst.
  
• Je kunt bepalen wat de kernzin van een alinea is.

Lesdoelen