brugklas jaarafsluiting

brugklas Grieks en Latijn
jaarafsluiting
1 / 24
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

brugklas Grieks en Latijn
jaarafsluiting

Slide 1 - Slide

Hoe ziet de Griekse letter gamma eruit?
A
Γ
B
Χ
C
Λ
D
Σ

Slide 2 - Quiz

Hoe heet deze Griekse letter:
Ρ
A
pi
B
rho
C
phi
D
psi

Slide 3 - Quiz

Hoe spreek je deze letter uit:
Ω
A
aa
B
ee
C
oo
D
uu

Slide 4 - Quiz

Sleepvraag
Zet de kleine letters bij de juiste hoofdletters.

Slide 5 - Slide

Ξ
Η
Ζ
Ν
Α
Σ
Υ
Γ
Δ
σ
η
ξ
α
γ
δ
ν
ζ
υ

Slide 6 - Drag question

Zet om in Nederlandse letters:
διαλογος

Slide 7 - Open question

Welk Nederlands woord is afgeleid van διαλογος?

Slide 8 - Open question

Wat is de juiste uitspraak van
θεραπευτης
A
therapeutès
B
terapeutès
C
therapuitès
D
terapuitès

Slide 9 - Quiz

Wat is de uitspraak van:
ἁρμονια

Slide 10 - Open question

Wat is de functie van de nominativus?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordeijke bepaling

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het woord:
rex

Slide 12 - Open question

sleepvraag
Zet de werkwoordsvormen in het juiste vak.

Slide 13 - Slide

persoonsvorm enkelvoud
persoonsvorm meervoud
infinitivus
retinent
intrat
ridet
protegere
tollere
iubent
est
sunt
esse

Slide 14 - Drag question

Welke naamval wordt in het Latijn gebruikt voor het lijdend voorwerp?
A
nominativus
B
dativus
C
accusativus
D
ablativus

Slide 15 - Quiz

Welke hoort er niet bij
(let op de naamval)
A
auxilium
B
periculum
C
Romanum
D
silentium

Slide 16 - Quiz

Welke naamval is:
gladios
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv

Slide 17 - Quiz

Welke naamval is:
urbem
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv

Slide 18 - Quiz

sleepvraag
Zet de juiste betekenis bij de Latijnse woorden.

Slide 19 - Slide

pater
filius
puer
frater
uxor
mater
puella
femina
vader
zoon
jongen
broer
echtgenote
moeder
meisje
vrouw

Slide 20 - Drag question

vertaalzinnen
Gebruik lidwoorden (de, het) bij het vertalen 
van de volgende zinnen.

Slide 21 - Slide

Vertaal:
Dei fratribus favent.

Slide 22 - Open question

Vertaal:
Milites regis aquam ad urbem portant.

Slide 23 - Open question

Wat is de juiste vertaling:
Servos cives protegunt.
A
De burger beschermt de slaaf.
B
De burgers beschermen de slaven.
C
De slaaf beschermt de burgers.
D
De slaven beschermen de burgers.

Slide 24 - Quiz