Zenuwstelsel - AF - ThiemeMeulenhoff - 10

Zenuwstelsel
ThiemeMeulenhoff
Anatomie Fysiologie 3
Thema 10 
1 / 49
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zenuwstelsel
ThiemeMeulenhoff
Anatomie Fysiologie 3
Thema 10 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 7 - Quiz

                indeling zenuwstelsel
perifeer zenuwstels
centraal zenuwstelsel
autonoom (onwillekeurig) zenuwstelsel
willekeurig zenuwstelsel
sympatisch zenuwstelsel (actie)
parasympatisch zenuwselsel (rust)

Slide 8 - Drag question

Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit het willekeurige + onwillekeurige zenuwstelsel
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen 
Ruggenmerg
Zet de juiste namen bij de onderdelen van het centraal zenuwstelsel

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

wat is geen onderdeel van een zenuwvezel?
A
neuriet
B
celkern
C
myelineschede
D
dendriet

Slide 14 - Quiz

een neuriet geleidt signalen vanaf het cellichaam verder naar de plaats van bestemming.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

EENRICHTINGSVERKEER! 

Slide 16 - Slide

Wat is de functie van een neurotransmitter?
A
Overbrengen van hormoonprikkels
B
Overbrengen van zenuwprikkels
C
Een cellaag dat zenuwen verbind
D
Glucagon afgeven

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Ruggenmerg

Ruggenmerg loopt door de wervelgaten, 
achter het wervellichaam

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Cijfer 3 is:
A
Wervellichaam
B
Doornuitsteeksel
C
Wervelboog
D
Wervelgat

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Een reflex is een willekeurige actie
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Welke functies heeft de hersenstam niet?
A
Aansturen van hartslag, ademhaling bloeddruk en temperatuur.
B
Bewegingen coördineren.
C
Impulsen geleiden van ruggenmerg naar grote en kleine hersenen.
D
Impulsen geleiden van zenuwen in het hoofd naar grote en kleine hersenen.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

FIJNE MOTORIEK 

Slide 28 - Slide

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
Regelt het zien
B
Controleren visueel ruimtelijke functies, zoals geheugen en muziek
C
Coördineren willekeurige bewegingen
D
Controleren verbale functies zoals praten

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Het sympatisch zenuwstelsel is actief als het lichaam in rust is
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

Bloedvoorziening hersenen

Slide 41 - Slide

Hoe heet de ring van hersenslagaders (tussenverbindingen) aan de onderkant van de hersenen?
A
Cirkel van Willis
B
Carotis
C
Halsslagader
D
Cirkel of life

Slide 42 - Quiz

cirkel van Willis

Slide 43 - Slide

3 HERSENVLIEZEN
  • Zachte hersenvlies (tegen de hersenen)

  • Spinnenwebvlies

  • Harde hersenvlies (tegen de schedelbeenderen)

Slide 44 - Slide

HOEVEEL HERSENVLIEZEN ZITTEN ER RONDOM DE HERSENEN?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 45 - Quiz

Hersenvocht
ook wel liquor genoemd in (hersenkamers) en om de hersenen, 
ook om het ruggenmerg.

Slide 46 - Slide

Hoofd/schedel
Voorhoofdsbeen
Wandbeen
Slaapbeen
Achterhoofdsbeen
Wiggenbeen
Neusbeen
Jukbeen
Bovenkaak
Onderkaak


Slide 47 - Slide

Welk bot beschermt de hersenen
A
Hersenschedel
B
Aangezichtsschedel
C
Bovenkaak
D
Onderkaak

Slide 48 - Quiz

                                        VRAGEN?

Slide 49 - Slide