What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 zinsdelen en woordsoorten
timer
1:00
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
timer
1:00
Slide 1 - Slide
H1 Grammatica
Woordsoorten
: wederkerig en wederkerende voornaamwoorden
Zinsdelen
: gezegde en lv bij wederkerende ww.
Slide 2 - Slide
Wederkerige voornaamwoorden (wedig. vnw.)
Er is sprake van wederkerigheid (Ik geef iets aan een ander
en
een ander geeft iets aan mij).
Wij geven
elkaar
cadeaus tijdens sinterklaas.
Elkaar
Elkander
Mekaar
Mekander
Slide 3 - Slide
Benoem een wederkerend werkwoord
Slide 4 - Mind map
Wederkerende voornaamwoorden (wed. vnw.)
Horen bij een wederkerend werkwoord: zich wassen
Ik was
me / mezelf
Jij wast
je / jezelf
Hij wast
zich / zichzelf
Wij wassen
ons / onszelf
Jullie wassen
je / jezelf
Zij wassen
zich / zichzelf
Me is een wed. vnw. en geen bez. vnw -
me
broertje is grammaticaal onjuist.
Slide 5 - Slide
Verplicht wed. ww.
Wed. vnw kun je niet vervangen door iets anders (bijv. de hond).
Ik verslik
me
/ de hond
Mezelf, zichzelf, onszelf is grammaticaal
onjuist
.
Toevallig wed. ww.
Wed. vwn kun je wel vervangen door iets anders.
Mezelf, jezelf,
Ik was
me
/ de hond
Mezelf, zichzelf, onszelf is grammaticaal juist.
Slide 6 - Slide
Pers., bez. of wed. vnw.?
Je, me en ons is soms een pers. vnw. en soms een wed. vwn.
Je en ons kunnen pers. vnw. of bez. vnw. zijn.
Vervang je, me of ons het door hij!
Hij / hem: pers. vnw
Zijn: bez. vnw.
Zich: wed. vnw.
Je
kunt ook de hond wassen. ->
Hij
kan ook de hond wassen = pers. vnw.
Heb jij
je
al gewassen? -> Heeft hij
zich
al gewassen? = wed. vnw.
Je
kunt
je
telefoon altijd opladen in het nieuwe domein. ->
Hij
kan
zijn
telefoon altijd opladen in het nieuwe domein. = pers. vnw en bez. vwn.
Slide 7 - Slide
Ik schaam me altijd voor mijn broertje.
A
Me = onpers. vnw.
B
Me = wed. vnw.
C
Me = pers. vnw.
D
Me = bez. vnw.
Slide 8 - Quiz
Wij lachen altijd naar elkaar.
A
Elkaar = wed. vnw.
B
Elkaar = wedig. vnw.
Slide 9 - Quiz
Schaam jij je ook altijd voor JE broertje?
A
JE = pers. vnw.
B
JE = wed. vnw.
C
JE= bez. vnw.
D
JE = onb. vnw.
Slide 10 - Quiz
Zich vergissen is een ...
A
verplicht wed. ww.
B
toevallig wed. ww
Slide 11 - Quiz
Ik vergiste mezelf bij het bepalen van het woordsoort.
mezelf = grammaticaal onjuist
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Verplicht of toevallig wederkerend werkwoord?
Zich vermaken
A
Verplicht
B
Toevallig
Slide 13 - Quiz
Toevallig wed. ww.
Wed. vnw. is het lijdend voorwerp (lv)
Zich wassen ( ik was
me
, jij wast
je
, jullie wassen
je
)
Me en je (wed. vnw.) zijn het lijdend voorwerp (lv)
Verplicht wed. ww.
Wed. vnw. hoort bij het werkwoordelijk gezegd (wg)
Zich schamen (ik schaam
me
, hij schaamt
zich,
wij schamen
ons
)
Me, zich, ons (wed. vnw) horen bij het wg.
Slide 14 - Slide
Hij schaamt
zich
voor zijn nieuwe coupe.
schamen = verplicht, dus zich hoort bij wg
pv=schaamt
ow=hij
Wie of wat schaamt hij? X
wg= schaamt zich
Hij wast
zich
dagelijks.
wassen = toevallig, dus zich is het lv
pv= wast
ow= hij
wg= wast
Wie of wat wast hij? zich
lv= zich
Slide 15 - Slide
WG of LV?
Lianne bemoeit zich altijd met haar buurman in de les.
A
Zich = WG
B
Zich = LV
Slide 16 - Quiz
WG of LV?
Jan kleedt zich altijd netjes aan om op bezoek te gaan bij zijn oma.
A
Zich = WG
B
Zich = LV
Slide 17 - Quiz
Groepenverdeling
Appeltje eitje = Rood
Nog een beetje lastig = Wit
Heel erg moeilijk = Blauw
Slide 18 - Slide
Dit ga je doen
Rood
= opdracht 5 op pag. 29 in tweetallen in je schrift maken en nakijken, op fluistertoon overleggen.
Wit
= Geheel zelfstandig in stilte: lees de theorie op pag. 28 en maak de sleepvraag in LessonUp.
Blauw=
Doe mee met de docent.
Slide 19 - Slide
Blauw: samen de zin ontleden
Wij amuseren ons in de pauze met TikTok.
Slide 20 - Slide
Blauw: samen de zin ontleden
Ik had me deze les heel anders voorgesteld.
Slide 21 - Slide
schuilhouden
Verplicht
Toevallig
verspreken
aantrekken
voordoen
vermaken
vertakken
Slide 22 - Drag question
More lessons like this
2v Grammatica zinsdelen H1
November 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2v Grammatica zinsdelen H1
November 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2VC H1 Gr. wrdsrt wedg en wed. vnw
November 2020
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 zinsdelen en woordsoorten
December 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2V H1 Gr. wrdsrt wedg en wed. vnw
November 2020
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Gram woords. wed. vnw. 30 min
March 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Gezegde en LV bij wederkerende wwn 25012023
January 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Wederkerig en wederkerend vnw 2vwo
September 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2