This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
En route!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Doelen- en toetsoverzicht periode 2
1. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen en gebruiken (NF/FN)
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN)
3. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen
4. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre
5. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord)
1. SO 'le camping' (taaldorpboekje)
2. GL3ABEF; 3CG
3. GL3BF/ LB extra
4. GL3D/ LB extra
5. GL3H/ LB extra
REPETITIE doel 3 t/m6 (+SO huiswerkcheck)
Slide 5 - Slide
Wat doen we vandaag?
Doel 2
Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen en gebruiken
Slide 6 - Slide
open periode 2/ leerdoelen
Slide 7 - Slide
Au camping:
bekijk het filmpje en beantwoord de vragen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
00:40
"J'ai une réservation pour 3 nuits" Wat verwacht je dat de vrouw gaat vragen?
Slide 10 - Mind map
00:55
Wat betekent 'Pouvez-vous m'épeler, s'il vous plaît?'
Slide 11 - Mind map
00:59
Beantwoord de vraag: Quelle est votre date de naissance? (gebruik een hele zin)
Slide 12 - Open question
01:43
Wat kost 'un emplacement pour une personne'?
Slide 13 - Open question
02:23
Wat betekent: Je vais vous montrer où vous pouvez vous installer?
A
Lus jij walvis rauw of gepeld?
B
Zal ik u uw plek laten zien?
C
Hoeveel vierkanten passen er in een cirkel?
D
Ken jij de tante van de binnenvaartsschipper?
Slide 14 - Quiz
02:26
Vanaf nu komen een paar vragen en onderwerpen aan bod. Onthoud welke onderwerpen dit zijn ...
(niet alles is even goed verstaanbaar)
Slide 15 - Slide
04:10
welke onderwerpen kwamen nog aan bod?
Slide 16 - Mind map
04:20
Hoe heet dit spel trouwens?
A
jeu de boules
B
pétanque
C
jeter les boules
D
jouer au boules
Slide 17 - Quiz
taaldorp leerdoelen: le camping
Ik kan mijzelf en anderen voorstellen
Ik kan op een eenvoudige manier groeten en afscheid nemen.
Ik kan de tijd aangeven en begrijpen.
Ik kan vragen naar openingstijden, mogelijkheden om iets te huren.
Ik kan vragen naar activiteiten, excursies.
Ik kan reserveren, bijv. voor de tennisbaan of het campingrestaurant.
Ik kan vragen naar een campingplek.
Ik kan mijn voorkeuren aangeven, bijv. w.b. de campingplek, schaduw/zon, electriciteit.
.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
werk in tweetallen (iedere keer dezelfde partner!)
maak het gesprek in het Frans
(gebruik woorden en zinnen uit het boekje)
Slide 20 - Slide
Au travail:
les devoirs
Faire:
maak situatie 1
Apprendre:
lees het taaldorpboekje: le camping (zie Learnbeat)
leer de woorden van le camping
leer de zinnen van le camping
LET OP: week 48/49 SO le camping
Werk zachtjes (in 2-tallen),
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN)