This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
van bergen naar zee
Slide 1 - Slide
Gletsjer
= ijs dat heel langzaam van hoog in de bergen naar het dal stroomt.
Het ijs heeft zoveel kracht dat het het dal uitschuurt.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Hoe werkt een gletsjer?
Beweegt van hoog in de bergen naar beneden . Grote hoeveelheid ijs en sneeuw -> schuift naar beneden richting het dal -> ijs smelt door hogere temperatuur -> ontstaan rivier
Op weg naar beneden: - gletsjer neemt materiaal mee (stenen, rotsblokken, puin, grind, zand en klei) - schuurt een breed en diep dal uit
Slide 4 - Slide
Een gletsjer onstaat
Sneeuw die het hele jaar blijft liggen
Een gletsjer beweegt
Hoog in de bergen
Eeuwige sneeuw
Naar beneden
Slide 5 - Drag question
Als de gletsjer smelt
Blijft er puin achter
Dit heet een morene of gletsjerpuin
Het neerleggen van puin = sediment -> proces wordt sedimentatie genoemd.
Slide 6 - Slide
Onderaan de gletsjer vinden we vaak rotsblokken, stenen, grind, zand en klei.
Hoe noemen we al dit materiaal samen dat hier blijft liggen?
A
Morene
B
Gletsjerpuin
C
Sedimenten
D
Bergpuin
Slide 7 - Quiz
Toekomst van gletsjers
Laatste 3 miljoen jaar:
- koude periode -> gletsjers groeien
- warme periode -> gletsjers krimpen (smelten)
Slide 8 - Slide
Toekomst van gletsjers
Door klimaatverandering verdwijnen gletsjers uit de Alpen:
meer ijs smelt in het dal
minder sneeuw blijft er hoog in de bergen liggen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Op deze foto is een V dal te zien.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Een U dal ontstaat door de werking van rivieren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
V dalen ontstaan voornamelijk door gletsjers.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
In de benedenloop is veel sedimentatie.
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quiz
Wat zijn kenmerken van de benedenloop van een rivier?
A
stroomt langzaam
B
veel bochten (meanderen)
C
sedimentatie
D
stroomt snel
Slide 16 - Quiz
Wat zijn kenmerken van de bovenloop van de rivier?
A
Erosie
B
stroomt traag
C
sedimentatie
D
stroomt snel
Slide 17 - Quiz
De rijn is een gemengde rivier
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Plaats de verschillende onderdelen van de waterkringloop in de juiste volgorde.