Enkelvoudige zinnen: één persoonsvorm (werkwoorden die van tijd kunnen veranderen)Samengestelde zinnen: twee of meer persoonsvormen
Twee enkelvoudige zinnen kunnen een samengestelde zin worden door ze aan elkaar te plakken met een voegwoord. Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen.
Voorbeeld: Ik luister naar muziek, terwijl ik de afwas doe.
Lees een samengestelde zin in je hoofd hardop voor. Dan hoor je of de woordvolgorde klopt.
Ik luister naar muziek, terwijl ik doe de afwas. Dit is natuurlijk een gekke zin!