Grieken en Romeinen

Zet de tijdvakken van de geschiedenis in de 
juiste volgorde. Begin met het oudste tijdvak.
1 / 22
next
Slide 1: Drag question
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zet de tijdvakken van de geschiedenis in de 
juiste volgorde. Begin met het oudste tijdvak.

Slide 1 - Drag question

Wie was de oppergod van de Grieken?
A
Zeus
B
Apollo
C
Athena
D
Poseidon

Slide 2 - Quiz

Wat is het paard van Troje en waar werd het voor gebruikt?
A
Een concertzaal in Haarlem.
B
Een computervirus, dat er voor zorgt dat je toetsenbord niet meer werkt.
C
Een houten paard waarin soldaten waren verstopt om Troje te veroveren
D
Het is het paard van de halfgod Troje. Hij reed op dit paard toen hij Troje veroverde

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het Griekse woord filosofie letterlijk?
A
Nadenken
B
Houden van wijsheid
C
Vragen stellen
D
Kritisch zijn

Slide 4 - Quiz

De olympische spelen zijn opgericht door de..?
A
Grieken
B
Romeinen

Slide 5 - Quiz

Wat klopt niet over de Olympische Spelen?
A
hardlopen en worstelen werden naakt beoefend
B
boksen was een populaire sport
C
De winnaars wonnen een gouden medaille
D
De eerste waren 776 v C

Slide 6 - Quiz

Deze opdracht gaat over de Olympische Spelen.

Welke bewering over de Olympische spelen is juist?
A
De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
B
Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.
C
Alle inwoners van stadstaten mochten meedoen aan de Olympische Spelen, óók vrouwen.
D
Geen van de genoemde beweringen is juist.

Slide 7 - Quiz

Wie waren de Romeinen?
A
Een popband
B
Een volk uit de middeleeuwen
C
De Romeinen zijn een volk dat leefde in Rome en Italië tot het jaar 500
D
De Romeinen leven in Rome, Italie.

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?
ook niet-romeinen diende in het Romeins leger
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

In de tijd van de Romeinen liep er een grens tussen het Romeinse deel en het Niet-Romeinse deel. Hoe heette deze grens?
A
Limes
B
Lames
C
Lumes
D
Lomes

Slide 10 - Quiz

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 11 - Quiz

Waarom was de Romeinse democratie geen echte democratie?
A
In het bestuur zaten alleen mannen uit rijke families.
B
Je mocht alleen meedoen aan het bestuur als je jong was.
C
Je mocht ook stemmen als je geen Romeins burger was.
D
Vrouwen mochten niet meedoen aan de politiek.

Slide 12 - Quiz

De Griekse democratie is hetzelfde als onze democratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

In deze klimaatzones zijn weinig tot geen planten. (2 antwoorden)
A
Tropische zone
B
Droge zone
C
Gematigde zone
D
Koude zone

Slide 14 - Quiz

zeeklimaat


A
Klimaat met koele zomers en strenge winters en het hele jaar door neerslag.
B
Klimaat met koele zomers en zachte winters en het hele jaar door neerslag.

Slide 15 - Quiz

Insecten zijn
A
kreeftachtigen
B
gifkakigen
C
zespotigen
D
veelpotigen

Slide 16 - Quiz

Een bij is een insect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz


A

Slide 18 - Quiz

Wat is
Pompeii?
A
Een stad in Italië die heeft geleden onder de vulkaanuitbarsting
B
Een stad in Italië die heeft geleden onder de keizer Julius Caesar
C
Een stad in Italië die heeft geleden onder de slaven arbeid
D
Een stad in Italië die heeft geleden onder de milieuvervuiling

Slide 19 - Quiz

Wat is NIET waar over Aletta Jacobs?
A
Ze was de eerste vrouwelijke arts van Nederland
B
Ze was het eerste meisje in Nederland dat mocht studeren
C
Ze was een voorstander van vrouwenkiesrecht
D
Ze was de eerste vrouwelijke minister president van Nederland

Slide 20 - Quiz

Gladiatoren
Democratie
Olympische spelen
Aquaduct
Rome
Athene
Romeinen
Grieken
Grieken
Romeinen
Grieken
Romeinen

Slide 21 - Drag question

Juist
Onjuist
De Grieken geloofden in meerdere goden
De Romeinen namen de Griekse goden over
Een Romeins theater is rond
Een Griekse stad met land eromheen noemen we een polis

Slide 22 - Drag question