➢ Let op in je rekenmachine hoef je niet alle nullen in te voeren.
➢ Alleen 12,7 invoeren, in je antwoord geef je aan dat het gaat om miljarden.
Slide 4 - Slide
Voorbeeld:
Een getal berekenen met procenten
21% = 21 : 100 = 0,21
69% van € 85 = 69 : 100 x 85 = € 58,65
Op een school werken 85 leraren. Daarvan is 51% ouder dan 50 jaar. Reken uit hoeveel leraren boven de 50 zijn. 51% van 85 = 51 : 100 x 85 = 43,35 leraren = 43 leraren
Slide 5 - Slide
Nu jij!
Slide 6 - Slide
Hoeveel is 10% van 100?
A
1
B
10
Slide 7 - Quiz
Hoeveel is 10% van 135?
A
1,35
B
13,5
Slide 8 - Quiz
Hoeveel is 30% van 25.800?
A
7.740
B
77.400
Slide 9 - Quiz
Je wilt een Vespa Sprint kopen. Je krijgt 31% korting. De oude prijs is €1.249,85. Hoeveel € korting krijg je?
A
€ 31
B
€ 387,45
C
€ 862,40
D
€ 421,99
Slide 10 - Quiz
Ik koop een nieuwe smartwatch voor 300 Euro. Ik krijg 45 euro korting, hoeveel procent is dit?
A
30%
B
15%
C
25%
D
10%
Slide 11 - Quiz
Rowehna koopt kaartjes voor MVV. Dit voetbal is zo slecht dat ze de kaartjes voor de helft van de prijs koopt. Hoeveel procent is de korting?
A
50%
B
Geen idee
C
10%
D
20%
Slide 12 - Quiz
Hoeveel is 50% van 1.000.000?
Slide 13 - Open question
Hoeveel is 6% van 30?
Slide 14 - Open question
Er is 5% van de in totaal 100 examenkandidaten gezakt. Hoeveel mensen zijn er geslaagd?
Slide 15 - Open question
Op een spijkerbroek van € 70 krijg je 5% korting. Hoeveel euro korting is dat? Rond af op twee decimalen.
Slide 16 - Open question
Op een paar schoenen van € 160 krijg je 15% korting. Hoeveel euro korting is dat? Rond af op twee decimalen.
Slide 17 - Open question
Op een reep chocola van € 0,69 krijg je 5% korting. Hoeveel euro betaal je nu? Rond af op twee decimalen.