6. Herhaling: a / an / the

Grammar 11:
A / An / The
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammar 11:
A / An / The

Slide 1 - Slide

Lidwoorden
In het Engels: articles.

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelstandig naanwoord zet, gebruik je in het Engels a of an

Slide 2 - Slide

Lidwoord a/an
a gebruik je voor woorden die IN UITSPRAAK beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 3 - Slide

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die IN UITSPRAAK beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 4 - Slide

Let op!
Wat geldt is DE UITSPRAAK!

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je a.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of - h -> dan gebruik je an.

Voorbeelden hiervan op de volgende slide.
 

Slide 5 - Slide

Voorbeelden
an hour  (je hoort our)
an honor (je hoort onour)
a university (je hoort juniversity)
a uniform (je hoort juniform)
a European (je hoort jeuropean)

Slide 6 - Slide

Lidwoord THE
DE of HET vertaal je in het Engels beide met THE.

In THE living room, there is a table.
THE table is round.

Slide 7 - Slide

Je gebruikt THE niet
- bij algemene zaken:
"In summer I like to go swimming. (en niet "In THE summer..")
"I always have breakfast at 7.00." (en niet "..have THE breakfast..")
- als je het over een specifieke dingen hebt, gebruik je WEL THE:
"Do you remember THE summer of 2016?" (gaat alleen over de zomer van 2016)
"THE breakfast we had at that hotel was delicious." (gaat alleen over dat ontbijt)

Slide 8 - Slide

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 9 - Quiz

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 10 - Quiz

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 11 - Quiz

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 12 - Quiz

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 13 - Quiz

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 14 - Quiz

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 15 - Drag question

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 16 - Quiz

a of an?
.... hero
A
a
B
an

Slide 17 - Quiz

a of an?
.... plant
A
a
B
an

Slide 18 - Quiz

a of an?
.... commercial
A
a
B
an

Slide 19 - Quiz

a of an?
.... hour
A
a
B
an

Slide 20 - Quiz

a of an?
.... game
A
a
B
an

Slide 21 - Quiz

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 22 - Quiz

a of an?
.... avatar
A
a
B
an

Slide 23 - Quiz

a of an?
.... FM-radio channel
A
a
B
an

Slide 24 - Quiz

A of AN?
.... president
A
a
B
an

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide