zomervakantiequiz

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

20 seconden kijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Memory: op welke plaatsen lag het dartbord? Noteer de nummers onder elkaar.

Slide 5 - Open question

10 seconden
Als je deze zomer ging varen en iemand riep 'stuurboord'. Welke kant bedoelde hij/zij dan?
A
voorkant
B
achterkant
C
linkerkant
D
rechterkant

Slide 6 - Quiz

15 seconden
Ik heb deze zomer op het strand een 'paperback' gelezen. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
spannend boek
B
boek met zachte kaft
C
boek met harde kaft
D
boek van gerecycled papier

Slide 7 - Quiz

15 seconden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is de naam van deze zomerse bloem?
A
papaver
B
boterbloem
C
madeliefje
D
paardenbloem

Slide 9 - Quiz

15 seconden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke sport beoefende deze jongen?
A
kitesurfen
B
kiteskaten
C
waveboarden
D
skimboarden

Slide 11 - Quiz

20 seconden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Hoe vaak wordt de leraar verbeterd door de vader? Noteer een cijfer als antwoord.

Slide 14 - Open question

10 seconden
Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand?

Slide 15 - Open question

15 seconden

Slide 16 - Slide

45  seconden
Welke foto hoorde er niet bij? Noteer het nummer (cijfer).

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

35 sec
Wat staat er in de rebus?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

1 minuut
Wat is de pincode?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Vorig jaar zijn we naar Portugal (reizen)
A
gereist
B
gereisd
C
gereizt
D
gereizd

Slide 22 - Quiz

10 seconden
Al op de tweede dag (ontmoeten, vt) ik daar een mooie barvrouw.
A
ontmoette
B
ontmoeten
C
ontmoetten
D
ontmoete

Slide 23 - Quiz

10 seconden
Speciaal voor mij heeft ze een alcoholvrije cocktail (mixen)
A
gemixet
B
gemixd
C
gemixt
D
gemixed

Slide 24 - Quiz

10 seconden

Slide 25 - Slide

This item has no instructions