H.1 t/m H.4: Stijlfiguren door elkaar

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Woordenschat

Stijlfiguren H.1 t/m H.4

Doelen

Ik kan alle stijlfiguren uit H.1 t/m H.4 herkennen.

Ik kan de verschillende stijlfiguren benoemen in een zin.

Oefenen

In de volgende dia's staan een aantal quizvragen. Weet jij welk stijlfiguur er in de zin staat?

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement
4. pleonasme

Uw zoon heeft een heel eigen manier van communiceren.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement
4. tautologie

Waarom gebruiken mensen een eufemisme?

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement
4. metoniem

Welk stuk van de zin is het understatement?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

Zij werkt daar als interieurverzorgster.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement
4. metoniem

Ik ben me kapot geschrokken.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement
4. pleonasme

Ik heb de hele kraan leegedronken.

1. hyperbool
2. eufemisme
3. understatement
4. tautologie

Maak een zin die een understatement bevat.

De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger.

1. pleonasme
2. tautologie
3. metoniem
4. hyperbool

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.

1. pleonasme
2. tautologie
3. eufemisme
4. climax

Tijdens het zomerkamp aten we macaroni en nog eens macaroni.

1. opsomming
2. tautologie
3. herhaling
4. eufemisme

Hij vroeg de ouders de hand van hun dochter.

1. metafoor
2. metoniem
3. vergelijking
4. personificatie

Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.

1. pleonasme
2. tautologie
3. hyperbool
4. drieslag

Ik kwam, ik zag, ik overwon.

1. pleonasme
2. hyperbool
3. understatement
4. drieslag

Ik heb net twee Rembrandts gekocht.

1. metafoor
2. metoniem
3. vergelijking
4. personificatie

De zon lachte ons toe.

1. metafoor
2. metonymia
3. vergelijking
4. personificatie

Een gat in de hand hebben.

1. metafoor
2. metonymia
3. vergelijking
4. personificatie

Zij liep als een gazelle over de baan.

1. metafoor
2. metonymia
3. vergelijking
4. personificatie

Wat vind je nog lastig aan de stijlfiguren?