lesbrief Europa samengevat

H1 Europa: De economie is internationaal

  • Oorzaken internationale handel
  • Internationale concurrentiepositie
  • Vrijhandel en protectionisme
  • Betalingsbalans!
1 / 43
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 43 slides, with text slides.

Items in this lesson

H1 Europa: De economie is internationaal

  • Oorzaken internationale handel
  • Internationale concurrentiepositie
  • Vrijhandel en protectionisme
  • Betalingsbalans!

Slide 1 - Slide

Open of gesloten economie?
In een open economie is er veel internationale 
handel: import en export maken een relatief 
groot deel uit van de economie / het BPP.

In een gesloten economie is er weinig 
internationale handel: import en export maken 
een relatief klein deel uit v.d. economie / het BPP.

Slide 2 - Slide

Waarom is er internationale handel?
Belangrijke oorzaken waarom landen zich specialiseren:

  • de natuurlijke omstandigheden (klimaat, grondstoffen)
  • de loonkosten per product en de kwaliteit van de producten
  • de infrastructuur
  • stabiliteit

Slide 3 - Slide

Concurrentievoordeel door
Innovatie                                                   --> hoge arbeidsproductiviteit
                                                                        --> hoge kwaliteit
Infrastructuur                                          --> lagere productiekosten

Stabiliteit                                                  --> meer investeringen
                                                                      --> minder productieverlies
                                                                      --> minder kosten
                                         

Slide 4 - Slide

Rekenen met wisselkoers
vb. opgave DKR 1 = € 0,13
Een bos tulpen kost € 10 - hoeveel DKR is dat?
Lastig --> moet je met 0,13 vermenigvuldigen of delen?

DKR > Euro
€ 10 moet in DKR gemeten dus ook meer zijn.
€ 10 x 0,13 = DKR 1,30 <-- is minder, dus klopt niet
€ 10 / 0,13 = DKR 76,92 <-- is meer, dus klopt

Bos tulpen van € 10 omrekenen naar DKR?  
Bij DKR 1 = € 0,50 zie je dat 1 DKR is 2 x € 0,50

Slide 5 - Slide

Rekenen met wisselkoers
vb. opgave DKR 1 = € 2
Een bos tulpen kost € 10 - hoeveel DKR is dat?
Lastig --> moet je met 2 vermenigvuldigen of delen?

DKR < Euro
€ 10 moet in DKR gemeten dus ook minder zijn.
€ 10 x 2 = DKR 20 <-- is meer, dus klopt niet
€ 10 / 2 = DKR 5 <-- is minder, dus klopt

Bos tulpen van € 10 omrekenen naar DKR?  
Bij DKR 1 = € 0,50 zie je dat 1 DKR is 2 x € 0,50

Slide 6 - Slide

Rekenen met wisselkoers
Andere manier: neem makkelijke getallen als voorbeeld:
€ 1 = $ 2
Hoeveel $ is een bos bloemen van € 10?
$ is twee keer zoveel als € dus vermenigvuldig met twee!
Als € 1 = $ 0,73 --> vermenigvuldig met 0,73


Slide 7 - Slide

Rekenen met wisselkoers
Andere manier: neem makkelijke getallen als voorbeeld:
€ 1 = $ 2
Hoeveel € is een t-shirt van $ 10?
€ is helft van $ dus deel door twee!
Als € 1 = $ 0,73 --> deel door 0,73


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vrijhandel & protectie
Bij vrijhandel zijn er geen handelsbelemmeringen: 
er mag vrij gehandeld worden met het buitenland.
Voordelen:
 - vergroot de concurrentie --> efficiënter produceren --> lagere productiekosten --> lagere prijzen --> goed voor consument 
- leidt tot specialisatie en internationale arbeidsverdeling --> lagere kosten en/of betere kwaliteit --> meer welvaart.
- export --> grotere afzetmarkt --> meer productie --> meer werkgelegenheid


Slide 10 - Slide

Vormen van protectie
Protectie is het beschermen van binnenlandse bedrijven tegen buitenlandse concurrentie door bijv.
Exportsubsidies voor binnenlandse producenten
  • Importheffingen (invoerrechten) op buitenlandse producten
  • Importquota (maximum hoeveelheid)
  • Importvoorschriften (strenge eisen)

Slide 11 - Slide

argumenten vóór protectionistische maatregelen:
  • infant industry
  • werkgelegenheid
  • antidumping (onder kostprijs --> nieuw afzetgebied)
  • beschermen strategische sectoren
  • sociale en milieuredenen

Slide 12 - Slide

Vrijhandelsverdragen?
  • afschaffen importheffingen en - quota
  • harmoniseren regels
  • beschermen van investeringen van bedrijven (infant industry en anti-dumping) 

Slide 13 - Slide

De betalingsbalans
$ £ ¥

Slide 14 - Slide

De betalingsbalans
Op de lopende rekening van de betalingsbalans worden de geldstromen als gevolg van internationale handel weergegeven. 
Goederenexport en -import zijn grootste deel lopende rekening.
Als NL voor € 11 miljard euro aan bloemen exporteert, komt er op de lopende rekening een ontvangst van € 11 miljard te staan.

Slide 15 - Slide

De betalingsbalans
Op de lopende rekening van de betalingsbalans worden de geldstromen als gevolg van internationale handel weergegeven. 
Goederenexport en -import zijn grootste deel lopende rekening.
Als NL voor € 3 miljard euro aan iphones importeert, komt er op de lopende rekening een uitgave van € 3 miljard te staan.

Slide 16 - Slide

De betalingsbalans
Import leidt tot uitgaven (op de betalingsbalans)





Export leidt tot inkomsten (op de betalingsbalans)
$ £ ¥

Slide 17 - Slide

De betalingsbalans
€ 890 miljard
export > Import   -->   ontvangsten > uitgaven   
-->  overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans.
--> concurrentiekracht
€ 834 miljard

Slide 18 - Slide

De betalingsbalans
€ 800 miljard
export < import   -->   ontvangsten < uitgaven   
-->  tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans.
€ 900 miljard

Slide 19 - Slide

De betalingsbalans
€ 800 miljard
Inflatie --> export duurder --> internationale concurrentiepositie slechter --> minder export --> minder ontvangsten --> tekort op betalingsbalans stijgt / overschot daalt
€ 900 miljard

Slide 20 - Slide

H2: Samenwerken in Europa
Ik kan:
1. De Europese Green Deal en voordelen van samenwerken uitleggen, aantonen dat meeliftersgedrag mogelijk is en met voorbeelden uitleggen waarom meeliftersgedrag een vorm is van een extern effect, voorspellen wat de uitkomst is van een gevangenendilemma.

2. Voordelen van samenwerken noemen, uitleggen hoe in een gevangenendilemma individuele of collectieve belangen worden geschaad, positieve en/of negatieve externe effecten beschrijven, het nut van collectieve dwang (sociale normen en contracten) verduidelijken, uitleggen hoe zelfbinding de ander kan beïnvloeden.

Slide 21 - Slide

Gevangendilemma
  • Goed uitleggen dominante strategie
  • Gevangenendilemma? --> niet optimale uitkomst
  • Bindende afspraak

Slide 22 - Slide

Wat weet je van de Green Deal?
https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/european-green-deal_nl

Slide 23 - Slide

Drie redenen waarom landen samenwerken
- minder kans op conflicten en oorlogen
- bevorderen internationale handel
- bepaalde problemen beter samen op te lossen

Slide 24 - Slide

Extern effect = bijkomend effect van productie en consumptie dat niet in de prijs van het product is opgenomen

Slide 25 - Slide

Hoofdstuk 3: Het stabiliteits- en groeipact en de ECB 
§ 3.1 Overheidstekort en overheidsschuld en §3.2 Stabiliteits- en groeipact

Ik kan
1. Het verschil tussen overheidstekort en overheidsschuld uitleggen.

2. De afspraken in het groei- en stabiliteitspact v.d. EMU uitleggen. 
3. Uitleggen waar de belangrijkste inkomsten van de overheid uit bestaan.
4. Van o.a. overheidstekort en overheidsschuld vaststellen of het een stroomgrootheid of een voorraadgrootheid betreft.


Slide 26 - Slide

Overheidstekort en staatsschuld
Stel:
                                      2020:                        2021:                       2022:
Ontvangsten:    € 5 miljard              € 6 miljard                 € 6,5 miljard
Uitgaven:             € 5,5 miljard          € 6,7 miljard             € 7,1 miljard
Tekort:                   € 0,5 miljard          € 0,7 miljard             € 0,6 miljard
Schuld:                 € 0,5 miljard           € 1,2 miljard             € 1,8 miljard
Groei- en stabiliteitspact: tekort max 3% BBP en schuld max 60% BBP

Slide 27 - Slide

Overheidstekort en staatsschuld
Stel:
                                      2020:                        2021:                       2022:
Ontvangsten:    € 5 miljard              € 6 miljard                 € 6,5 miljard
Uitgaven:             € 5,5 miljard          € 6,7 miljard             € 7,1 miljard
Tekort:                   € 0,5 miljard          € 0,7 miljard             € 0,6 miljard
Schuld:                 € 0,5 miljard           € 1,2 miljard             € 1,8 miljard
voorraadgrootheid
stroomgrootheden 

Slide 28 - Slide

Inkomsten overheid
<-- directe belastingen
<-- indirecte belastingen
o.a. dividend NS, Schiphol -->

Slide 29 - Slide

Uitgaven overheid
<-- vb. 'overdrachtsuitgaven'
géén tegenprestatie 
vb.  'overheidsbestedingen' (consumptie en investeringen): wél tegenprestatie 
inzet productiefactoren
<--

Slide 30 - Slide

Hoofdstuk 3: Het stabiliteits- en groeipact en de ECB 
§ 3.3 Waarom het stabiliteits- en groeipact? 

Ik kan
1.  De drie belangrijkste redenen noemen voor het beperken van het overheidstekort en de staatsschuld. 

1.  Oplopen inflatie
2. Stijging rente
3. Andere overheidstaken in gevaar

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

verband overheidstekort - inflatie
overheidstekort
uitgaven > ontvangsten
veel vraag
veel productie
vraag > productiecapaciteit
prijzen stijgen

Slide 33 - Slide

Verband grote overheidstekorten - stijgende rente

Slide 34 - Slide

Verband grote overheidstekorten - stijgende rente
minder bedrijfsinvesteringen en particuliere consumptie

Slide 35 - Slide

Verband grote overheidstekorten - stijgende rente
minder bedrijfsinvesteringen en particuliere consumptie
minder geld voor onderwijs,
zorg, milieu, veiligheid etc.

Slide 36 - Slide

Hoofdstuk 3: Het stabiliteits- en groeipact en de ECB 
ß 3.4 Conjunctuur en begrotingsbeleid 

Ik kan
1.  Kenmerken van hoog- en laagconjunctuur noemen
2. Kenmerken van anti-cyclisch begrotingsbeleid noemen 
3. De gevolgen van anti-cyclisch begrotingsbeleid op het overheidstekort noemen.

Slide 37 - Slide

Hoofdstuk 3: Het stabiliteits- en groeipact en de ECB 
§ 3.5 Automatische conjunctuurstabilisatoren

Ik kan
1.  Automatische conjunctuurstabilisatoren noemen
2. Uitleggen hoe automatische conjunctuurstabilisatoren de conjunctuurgolf afzwakken 

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

§ 3.7 Europese Centrale Bank 

De Europese Centrale Bank (ECB) is de centrale bank van de 
Economische en Monetaire Unie (EMU). Het is tevens één van 
de zeven instellingen van de Europese Unie. 

De voornaamste taak van de ECB is het monetair beleid. Doel: het behouden van de prijsstabiliteit in de eurozone --> inflatie 2% <-- handhaven koopkracht v.d. euro.

De ECB heeft geen directe invloed op stijgende prijzen maar zij hebben wel een instrument om de inflatie indirect te beïnvloeden. Dat is de rente. De rente werkt als het gas- of rempedaal van de economie. 

Slide 40 - Slide

Europese Centrale Bank 

Andere taken van de ECB zijn:
- uitgifte van bankbiljetten en munten
- verantwoordelijkheid voor het betalingsverkeer
- toezichthouder van banken 
- 'bank van banken' 

Als ECB rente verhoogt, wordt het voor banken als ING en Rabobank, duurder om te lenen. Zij zullen daarom ook hun rentetarieven verhogen --> rente op de geldmarkt stijgt

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide