Past Simple

Past Simple
Havo 2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Past Simple
Havo 2

Slide 1 - Slide

Vul de juiste vorm in:
My father ___ (work) at home yesterday.

Slide 2 - Open question

Vul de juiste vorm in:
She ___ (tell) us a scary story last night.

Slide 3 - Open question

Kies de juiste vorm:
She ___ (not - know) a lot about history as a child.
A
not knowed
B
not knew
C
didn't know
D
doesn't knew

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Mary ___ (dance) with Bert all night during last night's dance.

Slide 5 - Open question

Kies de juiste vorm:
I___ (not - see) him yesterday.
A
not saw
B
did not see
C
saw not
D
doesn't see

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
We ___ (walk) to school yesterday.

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm in:
I ___ (sell) my phone a month ago.

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Dad ___ (come) home late last night.

Slide 9 - Open question

Kies de juiste vorm:
___ (hate) school when you were younger?
A
Did you hate
B
Hated you
C
Did you hated
D
Hating you

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
I ___ (love) watching TV when I was a child.

Slide 11 - Open question

Snap je deze grammatica?
Ga dan verder met je weektaak.
Vergeet de onregelmatige werkwoorden niet te leren!

Slide 12 - Slide

Past Simple
  • We gebruiken de past simple om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en afgesloten.

  • Mr Visscher worked in England in 2010.
  • He also lived there during that time. 

Slide 13 - Slide

Past Simple
  • We gebruiken de past simple ook wanneer we praten over mensen of groeperingen die niet meer leven.

  • Shakespeare wrote a lot of plays.
  • The Romans built a lot of houses.

Slide 14 - Slide

Past Simple
  • In de bevestigende vorm kent de past simple twee vormen:
  • Regelmatige vorm
  • Onregelmatige vorm 

Slide 15 - Slide

Past Simple
De regelmatige vorm is de vorm waarop we de volgende regel kunnen toepassen: ww + (e)d

  • She danced with him all night.
  • Mammoths lived a long time ago.
  • Mike laughed out loud and had to leave the classroom.

Slide 16 - Slide

Past Simple
De onregelmatige vorm kent geen regels. Deze moeten we leren (blz. 141-143 in je boek)

  • She paid for the drinks and left.
  • Mammoths ate plants and leaves from trees.
  • Mr Visscher bought a Ford Mustang Shelby GT500.

Slide 17 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Alles leren, alleen de past simple vorm toepassen :)!

Slide 18 - Slide

Past Simple
Hoe weet je of een werkwoord onregelmatig is op je toets?
  • Heb je hem geleerd als onregelmatig?
    Dan is die onregelmatig.

  • Heb je hem niet geleerd?
    Dan is die regelmatig

Slide 19 - Slide

Past Simple
  • Ontkenningen zijn iets simpeler, hier passen we altijd dezelfde regel toe: didn't + ww

  • Mr Visscher didn't live in England in 2011.
  • Mr Visscher didn't buy a Ford Mustang Shelby GT500.

  • Hier maakt het dus niet uit of een werkwoord (on)regelmatig is. De regel is altijd hetzelfde.

Slide 20 - Slide

Past Simple
  • Bij vragen passen we de volgende regel toe:
     did + onderwerp + ww

  • Did Mr Visscher live in England in 2012?
  • Did Mr Visscher buy a Ford Mustang Shelby GT500?

  • Hier maakt het dus ook niet uit of een werkwoord (on)regelmatig is. De regel is altijd hetzelfde.

Slide 21 - Slide

Past Simple
  • 1 uitzondering op deze hele regel: het werkwoord to be
  • Hier gebruiken we was / were

  • He was at school yesterday.
  • He wasn't at school yesterday. (dus niet didn't be)
  • Was he at school yesterday? (dus niet did he be)

Slide 22 - Slide

Samenvatting
  • We gebruiken de past simple wanneer iets in het verleden is begonnen en afgesloten en bij mensen/groepen die niet meer leven.
  • Bevestigend: ww+(e)d / onregelmatige vorm
  • Ontkennend: didn't + ww
  • Vragen: did + onderwerp + ww
  • Uitzondering: to be

Slide 23 - Slide

Vul de juiste vorm in:
Mike ___ (play) the guitar last night.

Slide 24 - Open question

Kies de juiste vorm:
When I was younger, I ___ (not - want) to be a teacher.
A
not wanted
B
did not want
C
did not wanted
D
did not wanting

Slide 25 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Yesterday evening I ___ (watch) some TV.

Slide 26 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Today the weather is nice, but last night it ___ (rain) a lot.

Slide 27 - Open question

Kies de juiste vorm:
We left the house late, so we ___ (not - come) in time.
A
didn't come
B
did not came
C
did not coming
D
doesn't came

Slide 28 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
Where ___ (to be) you last night?

Slide 29 - Open question

Kies de juiste vorm:
___ (you - see) that show last week?
A
Were you see
B
Did you saw
C
Did you see
D
Were you saw

Slide 30 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
I ___ (think) it would be fun to go out last night.

Slide 31 - Open question

Ga verder met je weektaak

Slide 32 - Slide