This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhalen H7
Hoe groot is onze wereld?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Noem een fairtrade product.
Slide 3 - Open question
Welke vorm van hulp is structurele hulp?
A
voedsel sturen
B
kleding sturen
C
tenten bouwen
D
scholen bouwen
Slide 4 - Quiz
Koop Fair Trade producten.
Boeren krijgen betere prijzen voor producten.
Leefomstandigheden verbeteren.
Kuinnen machines kopen of kinderen naar school sturen
Toekomst ziet er beter uit.
Slide 5 - Drag question
Het nationaal inkomen van Nederland is €688 miljard. Er zijn 17,1 miljoen inwoners. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking tip? Maak van beiden miljoenen....
Slide 6 - Open question
Welke vorm van hulp is noodhulp?
A
tractoren sturen
B
voedsel sturen
C
geld sturen
D
huizen bouwen
Slide 7 - Quiz
Wel of geen invoerrechten betaal je invoerrechten als je een online een computer in de VS koopt
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
je betaalt geen invoerrechten
Slide 8 - Quiz
Wat is goedkoper voor Nederlandse bedrijven?
A
Handelen met een bedrijf in Italië, omdat je dan geen invoerrechten betaalt
B
Handelen met een bedrijf in de VS
C
Maakt niet uit. Het is allebei even duur
Slide 9 - Quiz
Heb je een paspoort nodig om binnen de EU te reizen?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quiz
Europese Unie
invoerrechten
protectie
vrijhandel
eurozone
Aantal landen van de Europese Unie die de euro als munteenheid hebben
je mag pruducten in- en uitvoeren zonder invoerrechten te betalen
maatregelen om bedrijven in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen
Belasting die je aan de grens betaalt als je producten invoert
groep Europese landen die vooral op economischgebied samenwerken
Slide 11 - Drag question
Wel of geen invoerrechten betaal je invoerrechten als je speelgoed in China bestelt
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten
Slide 12 - Quiz
Europese Unie
Buiten de Europese Unie
Groot Brittanië
Nederland
paspoort
geen wisselkoers
vrij verkeer van mensen
eurozone
Wisselkoers
euro
Slide 13 - Drag question
wat is GEEN voorbeeld van protectie?
A
contingentering
B
uitvoerrechten
C
exportsubsidie
D
invoerrechten
Slide 14 - Quiz
Welk voordeel hebben wij door het gebruik van de euro?
A
Alles is nu goedkoper.
B
We hoeven geen geld te wisselen als we binnen de EMU op vakantie gaan.
C
Je kunt nu in alle landen met de PIN betalen.
D
Nederland kan nu beter met alle landen handelen.
Slide 15 - Quiz
Wel of geen invoerrechten betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten
Slide 16 - Quiz
Je praat officieel over de E.M.U Wat staat die M voor en leg dit uit
Slide 17 - Open question
Antwoord:
Alle landen die de euro hebben als hetzelfde betaalmiddel
Slide 18 - Slide
a. Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren hebben een ...... economie. b. Nederland heeft een ...... economie
A
a. open
b. open
B
a. gesloten
b. gesloten
C
a. open
b. gesloten
D
a. gesloten
b. open
Slide 19 - Quiz
Import of export? "Action" koopt producten uit China
A
Import
B
Export
Slide 20 - Quiz
Wat is een open economie?
A
dichte grenzen
B
open grenzen
C
helemaal geen grenzen
D
Afhankelijk van de import en de export
Slide 21 - Quiz
Als de wisselkoers van de € stijgt, dan ...
A
wordt de € duurder
B
dan wordt de € goedkoper
Slide 22 - Quiz
Als de €uro duurder wordt welk gevolg heeft dit voor de export?
Slide 23 - Open question
Ik maak gebruik van vreemd geld als ik op vakantie ga naar .....