Ik ken de vormen van het persoonlijk voornaamwoord.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden toepassen in zinnen.
Ik weet waar ik op moet letten bij het schrijven van een tekst in het Duits.
Slide 4 - Slide
Kontrolle Hausaufgaben
Slide 5 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord (65)
Slide 6 - Slide
Ezelsbruggetje
ich i
du d
er/sie/es e
wir w
ihr i
sie s
Sie s
Slide 7 - Slide
Hoe schrijf je een kaart/brief/e-mail?
de aanhef
start
afsluiting
waar moet je op letten?
Slide 8 - Slide
Liebe Tina,
Lieber Tom,
de aanhef
Hallo
Guten Tag
Hi
Slide 9 - Slide
Liebe Natascha,
wie geht es dir? Mir geht es gut!
de start
Hallo Natascha!
Wie geht es dir? Mir geht es gut!
Slide 10 - Slide
Viele Grüße
Auf Wiedersehen
de afsluiting
Bis bald
Tschüss
Bis dann
En vergeet je naam niet!
Liebe Grüße
Slide 11 - Slide
Waar moet je goed op letten?
Schrijf korte zinnen
Hoofdletters
Werkwoorden (vooral du- en ich-vorm)
Woorden / zinnetjes
Aanhef / start / afsluiting
Slide 12 - Slide
Waar moeten de hoofdletters? Schrijf de tekst
over en maak alle hoofdletters héél duidelijk.
lieber max,
wie geht es dir? mir geht es gut. ich will alles von dir wissen. wie alt bist du? wo wohnst du? was ist deine handynummer? ich habe viele hobbys. ich singe und ich höre gern musik. was findes du toll? hast du einen spitzname? mein spitzname ist lulu.
liebe grüße
Laura
Slide 13 - Slide
Nakijkmodel:
Lieber Max,
wie geht es dir? Mir geht es gut. Ich will alles von dir wissen. Wie alt bist du? Wo wohnst du? Was ist deine Handynummer? Ich habe viele Hobbys. Ich singe und ich höre gern Musik. Was findest du toll? Hast du einen Spitzname? Mein Spitzname ist Lulu.
Liebe Grüße
Laura
Slide 14 - Slide
En nu jij!
Je hebt via de website www.brieffreund.de een Duitse jongen/meisje gevonden, met wie je graag wilt corresponderen. Schrijf een e-mail.
start met een aanhef (verzin zelf een naam!)
vraag hoe het gaat, zeg hoe het met jou gaat
vraag hoe oud hij/zij is
vraag wat zijn/haar telefoonnummer is
vraag waar je hem/haar online kunt vinden
vertel wat je hobby's zijn (noem twee dingen)
groet en sluit af
Slide 15 - Slide
Lernziele (= lesdoelen)
Ik ken de vormen van het persoonlijk voornaamwoord.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden toepassen in zinnen.
Ik weet waar ik op moet letten bij het schrijven van een tekst in het Duits.