What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dictionary use
Dictionary use
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dictionary use
Slide 1 - Slide
Hoe 'lees' je een woordenboek.
Het woord dat je moet opzoeken.
De uitspraak van het woord.
Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk nw.
Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt.
Slide 2 - Slide
Hoe gebruik je een woordenboek?
Tips:
De woorden staan op alfabetische volgorde.
Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het eerste woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord.
Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.
Slide 3 - Slide
Guess the word
Het raden van een woord is ook een vaardigheid die je kunt ontwikkelen. Zo hoef je niet elke keer het woordenboek erbij te pakken.
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, het woord kan op het Nederlands lijken of misschien herken je al een deel van het woord.
Slide 4 - Slide
Zet de volgende letters op alfabetische volgorde:
1
2
3
4
5
6
W
F
O
L
D
V
Slide 5 - Drag question
Zet de volgende woorden op alfabetische volgorde:
1
2
3
4
5
6
consult
construct
consider
consumer
constrain
connect
Slide 6 - Drag question
Zet de volgende woorden op alfabetische volgorde:
1
2
3
4
5
6
treat
together
threat
tongue
throught
tight
Slide 7 - Drag question
Stam van het woord
It was
extremely
cold outside. > stam = extreme
She
loved
her new phone. > stam = love
That is
unfair
. > stam = fair
They are
talking
too much. > stam = talk
We
went
home after class > stam = go
Slide 8 - Slide
Wat is de stam van het volgende woord:
considered
Slide 9 - Open question
Wat is de stam van het volgende woord:
accurately
Slide 10 - Open question
Zoek de volgende woorden op in je woordenboek:
1. mischief 2. vacancy 3. affirmation
4. flabbergasted 5. congenital
Slide 11 - Open question
Stappenplan
Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.
Bekijk of het woord op een ander woord lijkt die je misschien wel kent.
Zoek naar de stam van het woord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
Let op: er staan vaak meerdere betekenissen. Kies de juiste!
Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Zoek de betekenis op van het woord:
Ludicrously
Slide 14 - Open question
Zoek de betekenis op van het woord:
Massively
Slide 15 - Open question
Zoek de betekenis op van het woord:
Clamp down
Slide 16 - Open question
Zoek de betekenis op van het woord:
Provide
Slide 17 - Open question
Zoek de betekenis op van het woord:
Punished
Slide 18 - Open question
Zoek de betekenis op van het woord:
Pavement
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
zoek de betekenis op van :
on a shoestring
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
zoek de betekenis op van:
fashioned in a way
Slide 23 - Open question
Zoek de betekenis op van :
at a snip
Slide 24 - Open question
zoek de betekenis op van het woord:
destination
Slide 25 - Open question
zoek de betekenis op van:
regard as
Slide 26 - Open question
Welk woord hoort op de open plek bij 4?
A
ordinary
B
outmoded
C
valuable
Slide 27 - Quiz
Zoek de betekenis op van:
recession-conscious
Slide 28 - Open question
Zoek de betekenis op van:
at a fraction of
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
Zoek de betekenis van:
never lacked taste
Slide 31 - Open question
Zoek de betekenis op van:
are keen to get
Slide 32 - Open question
Slide 33 - Slide
Welk woord hoort op de open plek bij 5?
A
ambition
B
background
C
money
D
time
Slide 34 - Quiz
Welk woord hoort op de open plek bij 6?
A
free samples
B
good bargains
C
personal attention
D
some appreciation
Slide 35 - Quiz
Zoek de betekenis op van:
desirable
Slide 36 - Open question
Zoek de betekenis op van:
distinct sets of
Slide 37 - Open question
Welk woord hoort op de open plek bij 7?
A
easily solved
B
not the case
C
of secondary importance
D
to be expected
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
Zoek de betekenis op van:
pre owned
Slide 40 - Open question
Zoek de betekenis op van:
entrepeneur
Slide 41 - Open question
Zoek de betekenis op van:
confidence
Slide 42 - Open question
Slide 43 - Slide
Welk woord hoort op de open plek bij 8?
A
design clothes
B
go solo
C
instruct others
D
report imitations
Slide 44 - Quiz
Zoek de betekenis op van:
counterfeit
Slide 45 - Open question
Slide 46 - Slide
Zoek de betekenis op van:
return on my savings
Slide 47 - Open question
Zoek de betekenis op van:
my biggest outlay
Slide 48 - Open question
Welk woord hoort op de open plek bij 9?
A
changed
B
financed
C
triggered
Slide 49 - Quiz
Welk woord hoort op de open plek bij 10?
A
future
B
location
C
profits
Slide 50 - Quiz
More lessons like this
woordenboek
June 2022
- Lesson with
49 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
woordenboek
April 2021
- Lesson with
46 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
1E How to use a dictionary
December 2022
- Lesson with
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Reading- Dictionary
June 2023
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Dictionary race 2
October 2022
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
How to use a dictionary
April 2023
- Lesson with
36 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
How to use a dictionary
September 2022
- Lesson with
36 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
1B / 1G / 2V - How to use a dictionary
January 2023
- Lesson with
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1