H5V6_poezielessenserie

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Poëzie (1)
Aan het einde van de les:
  • Kun je aangeven wat jij poëzie vindt
  • Heb je kennisgemaakt met verschillende vormen van poëzie

Slide 2 - Slide

Waaraan denk je bij
het woord 'dichter'?

Slide 3 - Mind map

Wat is poëzie?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Ook dit is poëzie
                Een typografisch gedicht  

Slide 6 - Slide

 Ook dit is poëzie
  Stiftgedicht

Slide 7 - Slide

Ook dit is poëzie
         Stapelgedicht

Slide 8 - Slide

Instagrampoëzie
Waar vind je poëzie vaak?

Een nieuwe plek voor poëzie:
Instagram.


van: @woordschittering



Slide 9 - Slide

Instagrampoëzie
Waar vind je poëzie vaak?

Een nieuwe plek voor poëzie:
Instagram.


van: @reneoskam



Slide 10 - Slide

Klassieke poëzie

  • Klassiek versus modern

  • Vaste regels/strofebouw

Slide 11 - Slide

'De moeder de vrouw' - Nijhoff

Slide 12 - Slide

Kenmerken sonnet
Kenmerkende eigenschappen:
  • 14 regels (4-4-3-3)

  • Rijmschema: abba/abba/cdc/dcd

  • Twee delen (met een wending)

Slide 13 - Slide

Is dit poëzie?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

To do...
Zoek een gedicht dat jou aanspreekt. Leg uit waar dit gedicht volgens jou over gaat en wat dit gedicht voor jou betekent 

Slide 16 - Slide

Poëzie analyseren
  1. parafrase: in eigen woorden weergeven
  2.  versleer/stijlleer
  3. interpretatie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Poëzie (2)
Aan het einde van de les:
  • Ken je de belangrijkste analytische begrippen om poëzie te analyseren

Slide 19 - Slide

Theorie
Begrippen

Slide 20 - Slide

Opdracht uit leesdossier
  • Zie document 'Leesdossier 2324' op SOM

Per gedicht de volgende zaken uitwerken:
  • zakelijke gegevens, korte sv gedicht
  • vormkenmerken: beeldspraak/rijm
  • thema
  • eigen mening

Slide 21 - Slide

Strofebouw (1)
Strofe =

Een strofe is een (onder)deel van een gedicht met een bepaald/vast aantal regels, gescheiden door een witregel wanneer een gedicht bestaat uit meerdere strofen.


In andere woorden: alinea’s van een gedicht



Slide 22 - Slide

Strofebouw (2)
  • twee regels: distichon
  • drie regels: terzine of terzet
  • vier regels: kwatrijn
  • vijf regels: kwintijn of quintet
  • zes regels: sextet
  • zeven regels: septet
  • acht regels: octaaf

Slide 23 - Slide

Mama, waar heb je het geluk gelaten?
(Ted van Lieshout)
Mama, waar heb jij het geluk
gelaten? Ik had het hier
neergelegd en nou is het weg!
 
Je zult het wel ergens hebben laten
slingeren of het is gestolen of
misschien per ongeluk weggegooid.
 
Wie zou mijn geluk willen stelen?
Wie niet?


Uit hoeveel strofes bestaat dit gedicht?

Slide 24 - Slide

Vorm, rijm en beeldspraak (1)
enjambement: zinnen lopen door op een andere versregel
blanke vers: gedicht zonder rijm
vrije vers: onregelmatige lengte + strofenbouw, geen (schematisch) rijm

Slide 25 - Slide

Mama, waar heb je het geluk gelaten?
(Ted van Lieshout)
Mama, waar heb jij het geluk
gelaten? Ik had het hier
neergelegd en nou is het weg!
 
Je zult het wel ergens hebben laten
slingeren of het is gestolen of
misschien per ongeluk weggegooid.
 
Wie zou mijn geluk willen stelen?
Wie niet?


Waar zie je een enjambement?

Slide 26 - Slide

(bijna) geen rijm
De zee kun je horen
Met je handen voor je oren,
In een kokkel,
In een mosterdpotje,
Of aan zee.

Judith Herzberg - De zee

Slide 27 - Slide

Gekruist rijm (ABAB)
Laatst vroeg ik aan een hommel:
‘Waar gaat gij heen met spoed?'
Ze zei: ‘I k ga naar Zaltbommel,'
ik dacht: wat rijmt dat goed.

toen riep een tweede hommel:
‘En ik moet naar het Gooi!'
Ik dacht: wel-voor-de-drommel
ook dát rijmt wederom mooi.

Toon Hermans - Hommelrijm

Slide 28 - Slide

Omarmend rijm (ABBA)
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

J.C. Bloem - De Dapperstraat

Slide 29 - Slide

Gepaard rijm (AABB)
Sinterklaas kapoentje
Gooi wat in mijn schoentje
Gooi wat in mijn laarsje
Dank u Sinterklaasje

Slide 30 - Slide

Vorm, rijm en beeldspraak (3)
  • volrijm (klinkers + medeklinkers rijmen):
    gaan - staan 
    kopen - lopen
    hinderen - kinderen 
  • halfrijm en beginrijm:
    alliteratie: medeklinkerrijm - Liesje leerde Lotje lopen…
    assonantie: klinkerrijm - lief – diep

Slide 31 - Slide

Vorm, rijm en beeldspraak (4)
  • Stijlfiguren & beeldspraak: zoek wat figuurlijk is bedoeld
  • metafoor
  • tegenstelling (antithese)
  • vergelijken


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Opdracht
Bloemlezing poëzie op SOM
Leesverslag maken van de bloemlezing -> toevoegen aan je leesdossier

Slide 34 - Slide