Rekenen 6a les 6

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

4,75 + 5,75 =

1. 9,25
2. 10,50
3. 11,75
4. 12,50

Je wisselt 40 munten van 50 cent voor 2 briefjes. Welke briefjes zijn dat?

1. 2 x 5,-
2. 2 x 20,-
3. 2 x 50,-
4. 2 x 10,-

737 + 589 =

1. 1121
2. 1233
3. 1306
4. 1326

10 x 100 m = .......... km

1. 10
2. 20
3. 1
4. 2

9 x 45 minuten =

1. 400 minuten
2. 405 minuten
3. 410 minuten
4. 450 minuten

345 + 200 + 655 =

1. 1002
2. 1220
3. 1200
4. 2020

Het is vrijdag 12 maart.
Wat is de laatste vrijdag van deze maand?

1. 24 maart
2. 25 maart
3. 26 maart
4. 27 maart

Bij elke 5,- boodschappen krijg je een 3 zegels. Je doet voor 36,- boodschappen. Hoeveel zegels krijg je?

1. 7
2. 14
3. 18
4. 21

Jouw boek heeft 190 blz. Je bent nu op blz. 130. Je leest 15 blz. per uur. Over hoeveel uur heb je je boek uit?

1. 2 uur
2. 3 uur
3. 4 uur
4. 5 uur

Er zijn 75 broodjes en 50 bekers drinken. Je krijgt 3 broodjes per persoon. Hoeveel bekers drinken krijg je per persoon?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5