Herhaling Thema 3 - Organen en cellen

Herhaling Thema 3
Organen en cellen


1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling Thema 3
Organen en cellen


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Belangrijke orgaanstelsels
bloedvatenstelsel
verteringsstelsel
spierstelsel
ademhalingsstelsel
zenuwstelsel
beenderstelsel

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1.De kern gaat delen (kerndeling)
2.De cel gaat delen (celdeling)
3.Er wordt extra cytoplasma gemaakt (plasmagroei)

Slide 6 - Slide

Nu zijn jullie aan de beurt!!

Slide 7 - Slide

De 6 orgaanstelsels

Slide 8 - Mind map

De lever behoort tot het...
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 9 - Quiz

De luchtpijp behoort tot het...
A
Zenuwstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 10 - Quiz

Wat hoort niet bij het zenuwweefsel?
A
Hersenen
B
Ruggenmerg
C
Hart
D
Zenuw

Slide 11 - Quiz

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 12 - Quiz

waar liggen meer organen?
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 13 - Quiz

Dit is een dwarsdoorsnede van?
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 14 - Quiz

Wat zie je in de celkern zitten?
A
Moleculen
B
Chromosomen
C
Plastiden
D
Streepjes

Slide 15 - Quiz

3 plastiden zijn?
A
bladgroen-zetmeel-waterpestkorrels
B
zetmeel-waterpest-kleurstofkorrels
C
kleurstof-paprika-zetmeelkorrels
D
kleurstof-bladgroen-zetmeelkorrels

Slide 16 - Quiz

Wat hoort bij de plant
A
meerdere celwand bladgroenkorrels celwand
B
één cel geen bladgroenkorrels celwand
C
meerdere cellen geen bladgroenkorrels geen celwand
D
meerdere cellen geen bladgroenkorrels celwand

Slide 17 - Quiz

Dieren hebben een celwand.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Organen van het verteringsstelsel

Slide 19 - Mind map

Welk onderdeel van de microscoop zie je op deze afbeelding?
A
Oculair
B
Diafragma
C
Statief
D
Revolver

Slide 20 - Quiz

Waarvoor dient het oculair van een microscoop?
A
Hier kijk je doorheen
B
Hiermee stel je scherp
C
Hier pak je de microscoop vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht

Slide 21 - Quiz

Waarvoor dient de kleine schroef van een microscoop?
A
Hiermee beweeg je de tafel omhoog en omlaag
B
Hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen
C
Hiermee zet je het preparaat vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht

Slide 22 - Quiz

Op deze afbeelding zie je een...
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Bacterie
D
Schimmelcel

Slide 23 - Quiz

Wat is nummer 3 op de afbeelding?
A
Celmembraan
B
Cytoplasma
C
Celkern
D
Kernmembraan

Slide 24 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een...
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 25 - Quiz

Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern

Slide 26 - Quiz

Dit is een afbeelding van een...
A
Dierlijke cel
B
Bacterie
C
Plantaardige cel
D
Schimmelcel

Slide 27 - Quiz

Hebben plantencellen ook DNA?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Wat hebben plantencellen WEL, dat dierlijke cellen NIET hebben?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 29 - Quiz

Waarvoor dienen bladgroenkorrels?
A
Dit is een blaasje gevuld met vocht
B
Hierin bevindt zich het DNA
C
Hier vindt fotosynthese plaats
D
Deze zorgen voor stevigheid

Slide 30 - Quiz

Wat is de goede volgorde van de celdeling?
A
Celdeling - kerndeling - plasmagroei
B
Plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
Kerndeling - plasmagroei - celdeling
D
Kerndeling - celdeling - plasmagroei

Slide 31 - Quiz

Wat is de grootst mogelijke vergroting op de microscoop van school?
A
10X4
B
10X10
C
5X40
D
10X40

Slide 32 - Quiz

Aan welk gedeelte pak je de microscoop vast?
A
tafel
B
tubus
C
statief
D
klemmen

Slide 33 - Quiz

nummer 8
A
tafel
B
preparaatklem
C
grote scherpstelschroef
D
oculair

Slide 34 - Quiz

nummer 3
A
voet
B
tafel
C
statief
D
tubus

Slide 35 - Quiz

oculair
statief
tafel
tubus
voet
lamp

Slide 36 - Drag question

Slide 37 - Slide