Depressie en bipolaire stoornissen

Depressie en bipolaire stoornissen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Depressie en bipolaire stoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
1. Inleveren oefenopdracht
2. Huiswerk
3. Stemmingsstoornis , Depressie
4. Verschillende therapievormen
5. Oefenopdracht W3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Authentieke situatie 
1. opdracht 1, film over 100 dagen in je hoofd
Wat is kenmerkend voor het beeld wat geschetst wordt van de psychiatrie?
Geeft deze film jou een beeld van de psychiatrie wat je verwacht had?

 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Ambulante zorg:
   - Een persoon met een ernstige depressie die regelmatig individuele therapie bij een gespecialiseerde GGZ-instelling ontvangt, maar niet opgenomen hoeft te worden in een ziekenhuis.

2. Klinische zorg:
   - Een persoon met een ernstige eetstoornis die wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis voor intensieve behandeling en   observatie.

3. Langdurig klinische zorg:
   - Een persoon met een ernstige persoonlijkheidsstoornis die gedurende een langere periode  in een gespecialiseerde klinische setting verblijft om intensieve therapie en rehabilitatie te ontvangen.
4. De Basis-GGZ (Generalistische Basis GGZ):
   - Een persoon met milde tot matige angstklachten die behandeling krijgt van een eerstelijnspsycholoog of therapeut in een kortdurende setting, meestal zonder verwijzing van een specialist.

5. De POH-GGZ (Praktijkondersteuner Huisartsenzorg-GGZ):
   - Een persoon met psychische klachten die in eerste instantie contact opneemt met zijn huisarts. De huisarts verwijst de persoon naar de POH-GGZ, die in de huisartsenpraktijk werkt en kortdurende behandeling en begeleiding biedt.






Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4 en 5 in tweetallen bespreken
- kies een stoornis in dsm 5

Opdracht 5
1.In hoeverre draagt fysiek omgeving bij aan het therapeutisch klimaat?
2.In hoeverre draagt immateriële omgeving bij aan het therapeutisch klimaat? 
3.Welke materiele en immateriële factor zou je willen toevoegen aan je huidige afdeling/werkomgeving? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is de DSM V?
A
Classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen en handleiding voor het gebruik van diagnostische termen.
B
Classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen en handleiding voor EBP interventies.
C
Classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen en diagnose behandelcombinaties (DBC)

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Onder waarneming verstaat men:
A
Het proces van opnemen en verwerken van prikkels van de binnen - en buitenwereld van de mens.
B
Het product van ervaren van prikkels en vasthouden ervan.
C
Het verwerven van en omgaan met prikkels van allerlei aard.
D
Het proces van het corrigeren van prikkels uit de buitenwereld.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgvrager zegt er stellig van overtuigd te zijn dat de arts hem zal vermoorden. Dit is een voorbeeld van een:
A
Beoordelingsfout
B
Illusie
C
Hallucinatie
D
Waan

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Wat wordt bedoeld met ‘psychische functies’?
A
algemene psychische processen, zoals denken en waarnemen
B
het totaal aan menselijke gedragingen, emoties en gedachten
C
pathologische verschijnselen die voortkomen uit de menselijke geest
D
psychische processen waarop de mens invloed kan uitoefenen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke effect heeft classificeren in de psychiatrie niet?

A
Er kan onderzoek worden gedaan.
B
Het helpt bij het voorspellen van het verloop van psychiatrische ziekten/stoornissen.
C
Het zorgt ervoor dat kennis over afwijkende gedragspatronen toeneemt.
D
Het zorgt ervoor dat je de oorzaak van psychiatrische ziekten/stoornissen kunt vaststellen.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Psychiatrie is het specialisme binnen de psychologie dat zich richt op onderzoek naar en behandeling van psychiatrische stoornissen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer een zorgvrager op zo’n manier tegen je praat dat je zijn gedachten niet meer kunt volgen, is sprake van een incoherentie in het denken
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Intelligentie heb je onder andere nodig om beslissingen te kunnen nemen, problemen aan te pakken of zaken te organiseren.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij een hallucinatie is er sprake van een reëel waarnemingsobject.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions




Depressieve en bipolaire stemmingsstoornissen
Stemmingsstoornissen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Indeling stemmingsstoornissen

- Depressieve stemmingsstoornissen
- Bipolaire stemmingsstoornissen

Slide 17 - Slide

Unipolaire stoornis kent maar één pool: somber

Bipolair: 2 polen 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verschillende stemmingsstoornissen
  • Depressieve stoornis 
  • Bipolaire stoornis
  • Hypomane stemmingsstoornis
  • Dysthyme stoornis (een chronisch depressieve stemming)
  • Seizoensgebonden depressie
  • Postnatale depressie
  • Vitale depressie
  • Depressie met psychotische kenmerken
  • Depressie op oudere leeftijd

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van een depressie?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Unipolaire stoornis                                                                       Depressie
Tijdens een depressie is er vaak sprake van een sombere stemming. Echter zijn er nog meer verschijnselen die hierbij horen. Mensen met een depressie kunnen ook last hebben van lusteloosheid, vermoeidheid en weinig eetlust. De DSM-5 heeft een aantal criteria gesteld voor een depressieve stoornis. Sleep de veelvoorkomende verpleegkundige diagnoses die volgens jou horen bij een depressieve stoornis naar de foto.
Ondervoeding
Slaaptekort
Verstoorde zintuigelijke waarneming
Identiteitsstoornis
Negatief zelfbeeld
Sociaal isolement
Gecompliceerde rouw
Verstoord denken
Verstoorde verbale communicatie
Therapieontrouw
Posttraumatische reactie.

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Tekst

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slaapdeprivatie​
Lichttherapie​
e mental health

Niets doen! 80% geneest spontaan binnen 1 jaar.





Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Medicatie
1 de tricyclische antidepressiva of TCA's​ klassieke antidepressiva

                              (o.a.)Tryptizol, Sarotex , Anafranil ,synequan​
                               .​
 2 selectieve serotonine-heropnameremmers​, moderne antidepressiva
     (SSRI’S)​
                (o.a.) Prozac, fluvoxamine ,Fevarin, Seroxat​
                          zoloft, Efexor ​
 3 Mono-amino-oxidase-remmers of MAO-remmers​

 4 Andere medicijnen tegen depressie








Slide 32 - Slide

This item has no instructions

psychologisch
Lichamelijk
Sociaal
aangetaste tijdsbeleving
concentratiegebrek en besluiteloosheid
eenzaamheid
extreme moeheid of verminderde energie
gevoelens van minderwaardigheid, waardeloosheid en schuld
niet in staat zijn iets te doen met medeleven, troost of afleiding

verminderde gezichtsexpressie
problemen met slapen

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn verpleegkundige interventies bij een depressie

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Verpleegkundige houding

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Bestudeer;

Thieme Meulenhof
Geestelijke Gezondheidszorg N1 -4
Module 5 Depressie en bipolaire stoornis
12 en 13

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Stemmingsstoornis
Een stemmingsstoornis is een verstoring van de stemming die het dagelijks functioneren in de weg staat. Er bestaan twee soorten stemmingsstoornissen, namelijk: 





Unipolaire stoornis      
Bipolaire stoornis
Hieronder vallen stoornissen waarbij iemand zich voor een langere periode somber en neerslachtig voelt. 

Een depressie is hiervan een voorbeeld.
Hieronder vallen stoornissen die gekarakteriseerd worden door grote verschillen in stemming, energie en activiteit. 

Een bipolaire stoornis is hiervan een voorbeeld.
Tijdens deze les gaan we dieper in op de unipolaire stoornis.
Leven met een bipolaire stoornis
In deze video zien we Cornelie. Zij verteld over haar leven met een bipolaire stoornis. https://www.youtube.com/watch?v=sD6NVBy-Wsg
Klik hier voor meer informatie.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions