voorbereiding toets lezen luisteren kijken

voorbereiding toets lezen luisteren kijken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

voorbereiding toets lezen luisteren kijken

Slide 1 - Slide

Omschrijf wat een kernzin is

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Signaalwoorden
Een verband wordt vaak aangegeven door een signaalwoord, soms zelfs door meerdere signaalwoorden.

Bij elk soort verband horen eigen signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

even opwarmen...

Slide 5 - Slide

In de ochtend ga ik aan het werk, daarna maak ik de werkplekopdrachten.

Welk tekstverband zie je in deze zin?
A
opsomming
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
chronologisch verband (tijd)

Slide 6 - Quiz

De werkplekopdrachten krijg ik niet af, waardoor mijn studie vertraging oploopt.

Welk tekstverband zie je in deze zin?
A
chronologisch verband (tijd)
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
opsomming

Slide 7 - Quiz

Om dat te voorkomen, ga ik volgende keer eerder beginnen met de opdrachten.

Welk tekstverband zie je in deze zin?
A
chronologisch verband (tijd)
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
opsomming

Slide 8 - Quiz

Voordat ik nog een jaar vertraging oploop.

Welk tekstverband zie je hier?
A
chronologisch verband (tijd)
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
opsomming

Slide 9 - Quiz

Deze opdracht maak ik, met de bedoeling om de signaalwoorden te oefenen.

Welk tekstverband zie je in deze zin?
A
chronologisch verband (tijd)
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
opsomming

Slide 10 - Quiz

Ten eerste kijk ik welke signaalwoorden ik herken, vervolgens kies ik het verband erbij.

Welk tekstverband hoort bij deze zin?
A
chronologisch verband (tijd)
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
opsomming

Slide 11 - Quiz

Daardoor leer ik meer over verbanden in teksten.

Welk tekstverband zie je hier?
A
chronologisch verband (tijd)
B
doel - middel
C
oorzaak - gevolg
D
opsomming

Slide 12 - Quiz

Wanneer ik deze opdracht af heb, ben ik klaar voor het echte werk.

Welk signaalwoord heeft deze zin?
A
wanneer
B
af
C
heb
D
het echte werk

Slide 13 - Quiz

Wanneer ik deze opdracht af heb, ben ik klaar voor het echte werk.

Welk tekstverband heeft deze zin?
A
chronologisch verband (tijd)
B
reden
C
oorzaak - gevolg
D
voorbeeld

Slide 14 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 15 - Quiz

" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden"
Tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 16 - Quiz