2024 Les 1 - Introductieles

Planning
-Voorstellen (10min)
-Regels bij Nederlands (10min)
-Aan de slag! (15 -20min)
-Kahoot(10min)
-Huiswerk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Planning
-Voorstellen (10min)
-Regels bij Nederlands (10min)
-Aan de slag! (15 -20min)
-Kahoot(10min)
-Huiswerk

Slide 1 - Slide

Wie ben ik?

Mw. (Annelies) Jongbloed

Docent Nederlands/ mentor HV2C
Emailadres: a.jongbloed@vo-eemsdelta.nl 
Aanwezig: maandag, dinsdag, donderdag 


Slide 2 - Slide

NAAMBORDJES MAKEN

Voorlopig meenemen naar iedere les ajb. 

even 
voorstellen...

Slide 3 - Slide

Wat moet ik meenemen naar het vak Nederlands?
Iedere les:
  • leerboek (Talent)
  • een schrift
  • een pen en schrijfpotlood
  • laptop

Slide 4 - Slide

Huiswerk bij Nederlands
- Aan het einde van iedere les zichtbaar op het bord > Magister
- Zelf opschrijven in je agenda 
- Controle aan het begin van iedere les.

Huiswerk niet kunnen maken?
-briefje ouders/ verzorgers

Slide 5 - Slide

Spullen/ huiswerk niet in orde?
- notitie in Magister
- aparte registratie: bij 3x terugkomen
- bij te vaak: ouders/ mentor ingeschakeld


Slide 6 - Slide

Welk gedrag verwacht ik?
Je werkt hard in mijn les
Je stelt vragen als je zaken niet begrijpt
Je steekt dan wel even eerst je vinger op
Je bent beleefd (mevrouw en u)
Je bent aardig/ vriendelijk naar je klasgenoten
Je bent zuinig op je spullen en de spullen van een ander

Slide 7 - Slide

Eerste toets
Werkwoordspelling!!

Slide 8 - Slide

Wat zijn werkwoorden?
Wat is de persoonsvorm?
1. Mijn buurman reist elke dag met de trein van Groningen naar Drachten.

2. Ik wil nu eindelijk eens gaan afwassen.

Slide 9 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de eerste zin?
Hoe vind ik de persoonsvorm?
1. Overdrijf je nu niet een heel klein beetje met die verhalen over je nieuwe vriendje?


2. Misschien word je wel eerste bij de 4mijl van Groningen.

Slide 10 - Slide

regels persoonsvorm tegenwoordige tijd
(stam = ik-vorm)
fdf
ik smurf/smurf ik/ smurf jij/je? > stam

hij/zij/het/u/jij smurft > stam + t

meervoud> hele werkwoord > smurfen

Slide 11 - Slide

Regels persoonsvorm verleden tijd
Hij bakte of de mensen bakten
Hij winkelde of de mensen winkelden
stam + te/ten
stam + de/den

Slide 12 - Slide

Aan de slag!!!
Hoofdstuk de Brug op blz. 260, 261 

Lezen: theorie over werkwoordspelling: de persoonsvorm
Maken: opdracht 1 & 2 & 3

Hoe? Individueel. Overleg mag (op bioscoopniveau > zachtjes)
Vragen? Overleg eerst met je buurman/vrouw.  Kom je er nog niet uit, dan vinger opsteken!!!
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Kahoot 'persoonsvorm'

Slide 14 - Slide

Huiswerk voor de volgende les
Hoofdstuk de Brug op blz. 258

Lezen: theorie over werkwoordspelling: voltooid deelwoord en
onvoltooid deelwoord

Maken: opdracht 4

Slide 15 - Slide