Schrijven les 1 V1 introductie

We gaan... schrijven 😜
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

We gaan... schrijven 😜

Slide 1 - Slide

Dagelijks leven



Wie?

Slide 2 - Slide

Dagelijks leven
Sollicitatiebrief
Klachtenbrief (e-mail)
Verzoek
Correspondentie met overheid

Slide 3 - Slide

Voorbereiden op
examen schrijven 
Drie korte schrijfopdrachten in 1 uur...  Bijvoorbeeld:




-Advertentie, memo

-Informatief artikel

-Informele brief/e-mail

- Zakelijke brief/e-mail

-Verslag

-Betoog 

Slide 4 - Slide

Het belangrijkste van schrijven is:
A
Zinnen maken met verbindingswoorden
B
Spelling en grammatica
C
De juiste toon (formeel/informeel)
D
Hoofdletters, punten en komma's goed gebruiken

Slide 5 - Quiz

Goed cijfer halen?
1. Maak alle drie de schrijfopdrachten helemaal: precies volgens de instructie
2. Gebruik hoofdletters, punten en komma's goed 
3. Weet wanneer je "u of jij" gebruikt en "geachte of beste"... 
4. Spelling en grammatica en een goede indeling

Slide 6 - Slide

Het moeilijkste van schrijven vind ik:
Spelling van woorden
Werkwoorden (dt/t)
Mooie zinnen maken die kloppen
Alles!
hun/hen? als/dan?me/mijn?

Slide 7 - Poll

Wat gaan we deze periode doen?
-Oefenen in NuNederlands: spelling/grammatica
   blz. 258 - 334, 339 - 340
-Oefenen met het schrijven van verschillende teksten
  148 - 156
- Leren verhaaltjes te schrijven met mooie zinnen!
-Hoofdletters en leestekens goed gebruiken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

BE SMART!
  • Maak alle schrijfopdrachten 👏 In de les, thuis afmaken
  • Kom naar de les.....👀
  • Ik vraag elke week aan jullie wat jullie willen leren ❤
  • Werk als je tijd over hebt, extra in NuNederlands...🤞

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voordat je begint...

Slide 18 - Slide

Wat voor soort tekst maak je bij deze opdracht?
A
een brief
B
een bericht
C
een verslag
D
een poster

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel van jouw tekst?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Je krijgt de opdracht een tekst te schrijven over gezond eten. Welk onderwerp is daarvoor het minst geschikt?
A
invloed van suiker op de gezondheid
B
populariteit van superfoods
C
voeding van prehistorie tot nu
D
werking van verschillende diëten

Slide 24 - Quiz

Voeding van prehistorie tot nu is het minst geschikte onderwerp voor een artikel over gezond eten, omdat ...

Slide 25 - Open question

Voor Burgerschap ga je een tekst schrijven over een onderwerp dat met het verkeer te maken heeft. Jij vindt dat we in Nederland veel te hard mogen rijden op de snelweg. Door goede argumenten te verzinnen, hoop je medestudenten te overtuigen van je mening. Welke tekstsoort past het best bij deze opdracht?
A
Advertentie
B
Betoog
C
Informatief artikel
D
Recensie

Slide 26 - Quiz

Voordat je aan je stage begint, krijg je de opdracht een tekst te schrijven over je stagebedrijf. De tekst is bedoeld om andere studenten uitleg te geven over de branche, de geschiedenis van het bedrijf en de werkzaamheden. Welke tekstsoort past het best bij deze opdracht?
A
Advertentie
B
Betoog
C
Informatief artikel
D
Instructie

Slide 27 - Quiz

Schrijven in fasen
1. Voorbereiding --> schrijfplan
verslag (stage, examen): onderwerp, invalshoek, bronnen
tekstsoort (type schrijfproduct), doel, publiek

Slide 28 - Slide

Schrijven in fasen
1. Voorbereiding --> schrijfplan
verslag (stage, examen): onderwerp, invalshoek, bronnen
tekstsoort (type schrijfproduct), doel, publiek

2. Uitvoering: doen / uitwerken schrijfplan

Slide 29 - Slide

Schrijven in fasen
1. Voorbereiding --> schrijfplan
verslag (stage, examen): onderwerp, invalshoek, bronnen
tekstsoort (type schrijfproduct), doel, publiek

2. Uitvoering: doen / uitwerken schrijfplan

3. Afronden: herschrijven, lay-out, controleren, verbeteren

Slide 30 - Slide

Nu jullie: blz. 148 t/m 152
148: lezen theorie 
149: opdracht 1
150: opdracht 3 (vraag 1 en 2)
NA LATEN KIJKEN
151: opdracht 4 (vraag 1 t/m 6)
152: opdracht 5 (vraag 1 en 2)
NA LATEN KIJKEN

Slide 31 - Slide

De volgende spelling-/grammaticales
moet gaan over:
als/dan?hun/hen?mijn/me ?
Hoofdletters en leestekens
Hij belooft? Hij beloofd? Hij beloofdt ?

Slide 32 - Poll