Tandwielen

Tandwielen 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tandwielen 

Slide 1 - Slide

Inleiding
De komende weken gaan jullie vanuit huis via LessonUp een aantal lessen volgen over overbrengingen. Dit heeft te maken met het nieuwe werkstuk waar sommige al in de les mee begonnen zijn. 

Slide 2 - Slide

Vandaag
Deze les gaat over tandwielen. 

Slide 3 - Slide

Soorten tandwielen
Kegeltandwiel            Gewoon tandwiel            Binnentandwiel              Tandheugel               Wormtandwiel

Slide 4 - Slide

Voorbeelden 

Slide 5 - Slide

Benaming tandwielen
Het tandwiel dat begint met draaien noemen we het aandrijfwiel. Het tandwiel dat meedraait is het volgwiel

Slide 6 - Slide

Draairichting
Als het linker tandwiel naar links draait, draait het rechter tandwiel naar rechts. Twee tandwielen draaien dus in tegengestelde richting. 

Slide 7 - Slide

bij een even aantal tandwielen
veranderd de 
draairichting

Slide 8 - Slide

Draairichting
Als er een derde tandwiel bij komt draait deze weer in dezelfde richting als het eerste tandwiel. 

Slide 9 - Slide

Bij een oneven aantal   tandwielen veranderd de                     draairichting
                  niet

Slide 10 - Slide

Welke pijl hoort bij je volgwiel?
Volgwiel
1
2
A
1
B
2

Slide 11 - Quiz

Als het kleine wiel rechtsom draait, draait het grote wiel
A
linksom
B
rechtsom

Slide 12 - Quiz

Als het kleine wiel X rechtsom draait, draait het grote wiel Y
X
Y
Z
A
linksom
B
rechtsom

Slide 13 - Quiz

Als het kleine wiel X rechtsom draait, draait het wiel Z
X
Y
Z
A
linksom
B
rechtsom

Slide 14 - Quiz

Draaisnelheid
Een klein tandwiel draait sneller dan een groot tandwiel.  Hierdoor kan je tandwielen vertragen of juist versnellen. 

Slide 15 - Slide

Draait het volgwiel sneller, langzamer, of even langzaam?
Volgwiel
A
sneller
B
Langzamer
C
even langzaam

Slide 16 - Quiz

Als het kleine wiel draait, draait het grote wiel
A
langzamer
B
sneller

Slide 17 - Quiz

Als het kleine wiel X draait, draait het grote wiel Z
X
Y
Z
A
langzamer
B
sneller

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Als het kleine wiel draait, draait het grootste wiel
A
sneller
B
langzamer

Slide 21 - Quiz

Als het kleine wiel rechtsom draait, draait het grote wiel
A
linksom
B
rechtsom

Slide 22 - Quiz

Op deze website kan je zelf aan de slag met tandwielen



http://www.gearsket.ch/

Slide 23 - Slide

Maak nu de opdrachten in het word bestand en lever deze in via SOM

Slide 24 - Slide