proeftoets Klimaatvraagstukken

SO Arm & Rijk H2

K
L
I
M
A
A
T
1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SO Arm & Rijk H2

K
L
I
M
A
A
T

Slide 1 - Slide

De 4 sferen van het systeem aarde
Atmosfeer
Hydrosfeer
Lithosfeer
Biosfeer

Slide 2 - Drag question

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hogere breedteligging komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder
D
Het wordt droger

Slide 3 - Quiz

Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
het kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
het kouder doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Hoe hoger hoe kouder
B
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
C
Hoe verder van de evenaar, hoe warmer het is.
D
Hoe lager de breedtegraad, hoe kouder het is.

Slide 5 - Quiz

De afstand tot de zee is ook een temperatuurfactor. Hierbij geldt ...
A
hoe verder van de zee, hoe kouder in de winter
B
hoe verder van de zee, hoe warmer in de winter
C
hoe verder van de zee, hoe kouder in de zomer
D
hoe verder van de zee, hoe warmer in de zomer

Slide 6 - Quiz

Het polaire
maximum ligt op ...
A
O graden breedte
B
60,5 graden breedte
C
90 graden breedte
D
23,5 graden breedte

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we de regens in de buurt van de evenaar?
A
Stuwingsneerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Frontale neerslag
D
Tropische cyclonen

Slide 8 - Quiz

In een droge zomerse hittegolf (in NL) overheerst er vaak een .... en een .... drukgebied
A
Westenwind + lage
B
Westenwind + hoge
C
Oostenwind + lage
D
Oostenwind + hoge

Slide 9 - Quiz

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Loefzijde
Lijzijde

Slide 10 - Drag question

Het albedo van een .... landschap is het grootst
A
Stedelijk
B
Tropisch
C
Woestijn
D
Landijs

Slide 11 - Quiz

Zonder gassen in de atmosfeer is het -18 graden op aarde. Over welk begrip gaat het hier?
A
Opwarming
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 12 - Quiz

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd.
2. Het broeikaseffect wordt door de mens versterkt.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 13 - Quiz

De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 14 - Quiz

90NB
60 0 NB
30o NB
0o 
Lagedrukgebied 
hogedrukgebied

Slide 15 - Drag question

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht
Maximum
minimum

Slide 16 - Drag question

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
D
lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Slide 17 - Quiz

Welke van de onderstaande zinnen is geen wet van Buys Ballot?
A
Warme lucht stijgt op
B
Lucht stroomt van gebieden met een hoge druk naar gebieden met een lage druk
C
De wind krijgt op het NH een afwijking naar rechts
D
De wind krijgt op het ZH een afwijking naar links

Slide 18 - Quiz

Het corioliseffect is ......
A
ITCZ
B
afwijking wind door de draaiing van de aarde
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 19 - Quiz

Door het coriolis effect waait er ten noorden van de evenaar in Afrika een ..... passaat
A
zuid-west
B
zuid-oost
C
noord-west
D
noord-oost

Slide 20 - Quiz

1. Het verstoren van de diepwaterpomp door meer aanvoer van zoetwater in de Noordelijke Atlantische Oceaan is een voorbeeld van een positieve terugkoppeling
2. Verzuring van de oceaan is een voorbeeld van een negatieve terugkoppeling
A
Beide zijn juist
B
Beide zijn onjuist
C
1 is juist, 2 onjuist
D
1 is onjuist, 2 juist

Slide 21 - Quiz

Wat is de relatie tussen Lage Luchtdruk en ITCZ?

Slide 22 - Open question

De moesson is een halfjaarlijkse wisselende wind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Wat is juist?
A
Rechts = natte moesson op NH
B
Rechts = natte moesson op ZH
C
Rechts = natte passaat op NH
D
Rechts = droge passaat op NH

Slide 24 - Quiz

El nino
"normale" situatie
Bosbranden in Noord-Australië 
Koude zeestroom voor westkust Zuid-Amerika
Wateroverlast in Peru
Hogedrukgebied voor kust Indonesië
Droogte in westen Zuid-Amerika

Slide 25 - Drag question

Op de afbeelding zie je de
situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina

Slide 26 - Quiz

Maak met de volgende gebeurtenissen een
positieve terugkoppeling in onderstaande figuur.
Begin linksboven bij het vakje temperatuur stijgt.

meer verdamping
toeneming van het broeikaseffect
meer waterdamp in de atmosfeer

Slide 27 - Drag question

Maak met de volgende gebeurtenissen een
negatieve terugkoppeling in onderstaande figuur.

Begin linksboven bij het vakje temperatuur stijgt.
toenemende verdamping uit de oceaan
daling temperatuur
meer bewolking
minder zonlicht op aarde
meer terugkaatsing zonlicht op wolken

Slide 28 - Drag question

De baan van de aarde om de zon zorgt voor klimaatveranderingen. Dit is een ....
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Interne variabiliteit
D
Externe variabiliteit

Slide 29 - Quiz



In welk jaar was de zon het meest actief?

Slide 30 - Open question

Op de vorige slide zagen we het verschil in zonnevlekken, dit heeft invloed op de stralingsbalans. Dit zorgt voor klimaatverandering, zonnevlekken is een ....
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Interne variabiliteit
D
Externe variabiliteit

Slide 31 - Quiz

De samenstelling van de atmosfeer beïnvloedt de gemiddelde temperatuur op aarde



Zonder het broeikaseffect zou het op aarde veel warmer zijn



Grote temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door verschillen in breedteligging



Door het actualiteitsprincipe kunnen we bepaalde natuurlijke processen nu waarnemen.



De zon zendt kortgolvige straling uit, het aardoppervlak langgolvige
Juist
Onjuist
A
B
C
D
E

Slide 32 - Drag question

In het algemeen worden de toppen van de Seven Summits beklommen in de zomer. Mount Everest vormt hierop een uitzondering.

- Leg met de luchtdrukverdeling uit dat Mount Everest in de zomer niet beklommen kan worden.
- Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 33 - Open question

Einde  

Slide 34 - Slide