Ademhalingsstelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Ademhalingsstelsel

Aan het eind van de les kun je vertellen:

• Wat de bouw is van het ademhalingsstelsel
• Wat de werking is van het ademhalingsstelsel
• wat je observeert in de praktijk

Noem zoveel mogelijk onderdelen van het ademhalingsstelsel

strottenhoofd

bronchiën

longblaasjes

keelholte

luchtpijp

neusholte

long

01:38

Hoeveel keer ademt een volwassen mens in rust gemiddeld?

1. 12 - 15 x/min.
2. 30 - 40 x/min.
3. 60 - 80 x/min.
4. 80 - 100 x/min.

Het ademhalingsstelsel

• Functie: uitwisseling van gassen →  zuurstof O² en kooldioxide CO²
• Bovenste luchtwegen: neusholte,
  mondholte, keelholte en strottenhoofd
• Onderste luchtwegen: luchtpijp,
  luchtpijpvertakkingen , longblaasjes.

Wat hoort bij de onderste luchtwegen?

1. Luchtpijp
2. Strottenhoofd

Longvliezen en middenrif

• Middenrif
• Borstvlies
• Longvlies
• Luchtpijp.

Wat is het middenrif?

1. Een vlies
2. Een deel van het skelet
3. Een orgaan
4. Een spier

Bovenste luchtwegen

.

Neusholte

• Verwarmt, filtert en
  bevochtigt ingeademde
  lucht.

Mondholte

.

Keelholte

.

Strottenhoofd

.

Functies strottenhoofd

• Strottenklepje sluit luchtpijp af tijdens slikken
  
• Stembanden vormen stem en regelen ademstroom
  
• Bekerkraakbeentjes ondersteunen stembanden.

Onderste luchtwegen

.

Onderste luchtwegen

• Luchtpijp: hoefijzervormige kraakbeenringen
  
• Linker- en rechter hoofdbronchus
  
• Bronchiën en bronchioli
  
• Longblaasjes.

Longblaasjes

Gaswisseling:

• Opname van zuurstof O² en
  afgifte van kooldioxide CO².

Wat gebeurt er bij de gaswisseling in de longblaasjes?

1. Opname zuurstof en koolzuurgas
2. Opname zuurstof en afgifte koolzuurgas
3. Afgifte zuurstof en koolzuurgas
4. Afgifte zuurstof en opname koolzuurgas

00:54

Wat gebeurt er met het middenrif als je uitademt?

1. Het gaat omhoog
2. Het blijft vlak
3. Het gaat omlaag
4. Het blijft gebogen

02:02

Hoe lang duurt het voordat ingeademde lucht in de kleine teen aankomt?

1. 2 sec.
2. 2 min.
3. 7 sec.
4. 7 min.

Ademhaling

• Volwassene rust: 12 – 15 x per minuut
  
• Inademen: actief proces → volume borstholte wordt vergroot, ademhalingsspieren worden aangespannen
  
• Uitademen:
  passief proces.

Welke bewering klopt?

1. In- en uitademen zijn actieve processen
2. Inademen is een actief proces, uitademen passief
3. Inademen is een passief proces, uitademen actief
4. In- en uitademen zijn passieve processen

Zuurstoftransport

• Opgelost in bloedplasma (2%)
  
• Gebonden aan hemoglobine in rode bloedcellen (98%).

Binding van zuurstof

• Zuurstofgehalte = hoeveelheid zuurstof in bloed
  
• Saturatie = zuurstofverzadiging, hemoglobine aan zuurstof gebonden
  

Invloed op transport van zuurstof:

• Bloedarmoede = weinig hemoglobine
  
• Koolmonoxide: bindt sneller aan hemoglobine dan zuurstof.

Welk cijfer geef je deze les?

110