Thema 4 - les 3/4 - informatie of mening

In welke zin staat een mening?
A
Vroeger deden mensen hun spaargeld in een spaarpot.
B
Ik vind sparen te lang duren. Ik leen liever geld.
C
Kinderen kunnen ook geld sparen.
1 / 23
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

In welke zin staat een mening?
A
Vroeger deden mensen hun spaargeld in een spaarpot.
B
Ik vind sparen te lang duren. Ik leen liever geld.
C
Kinderen kunnen ook geld sparen.

Slide 1 - Quiz

LESDOEL
Ik leer dat je in een tekst informatie (feit) of een mening kunt geven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Je schrijft hoe groot iets is.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 4 - Quiz


Je schrijft hoe iets gebeurt.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 5 - Quiz


Je schrijft hoe je over iets denkt.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 6 - Quiz


Je schrijft waarom je het ergens mee eens bent.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 7 - Quiz


Je schrijft wat je van iets vindt.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 8 - Quiz


Je schrijft welke kleuren iets heeft.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 9 - Quiz


Veel planten zijn groen.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 10 - Quiz

Een paard is een zoogdier.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 11 - Quiz

Ik vind honden leuke beesten.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 12 - Quiz

Een hond heeft 4 poten.

A
informatie(feit)
B
mening

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
A
informatie(feit)
B
Mening

Slide 15 - Quiz

Spaghetti is lekker.
A
informatie(feit)
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Spinazie is een groente.
A
informatie(feit)
B
Mening

Slide 17 - Quiz

Ik zit liever te gamen dan dat ik aan een sport doe.
A
informatie(feit)
B
Mening

Slide 18 - Quiz

informatie(feit)
Mening
De auto van mijn vader heeft vier banden.
Ik vind mijn kamer super mooi.

Slide 19 - Drag question

Maak de zin af en geef informatie!
Sparen is .......

Slide 20 - Open question

Maak de zin af en geef een mening!
Ik vind sparen .......

Slide 21 - Open question

taal
thema 4 - les 4
blz 70

juf legt het uit

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link