Literatur - Erlköning

Die Literatur 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Die Literatur 

Slide 1 - Slide

Was ist eigentlich eine Literatur?

Slide 2 - Open question

Die Literatur 
Literatuur is een term uit de wereld van de boeken. Literatuur zijn teksten waarvan men vindt dat ze meer waarde hebben dan 'gewone' teksten. Het gaat dus om bijzonder knappe gedichten, verhalen, toneelstukken of andere teksten die als kunstwerken beschouwd worden.

Slide 3 - Slide

Dein Kontakt mit Literatur und Klassikern. Kennst du ein Gedicht?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Johann Wolfgang von Goethe
Der Erlkönig

Slide 6 - Slide

Der Erlkönig
Erlkönig is een ballade, in 1782 geschreven door de Duitse dichter Johann Wolfgang von Goethe. Het Duitse woord Erle betekent elzenboom. Dit is ontstaan door een foutieve vertaling vanuit de Deense tekst van Johann Gottfried Herder: de oorspronkelijke tekst ging over een elfenkoning.

Slide 7 - Slide

1

Slide 8 - Video

Wovon handelte der Film?

Slide 9 - Open question

Erlkönig

Slide 10 - Slide

Was bedeuten die Wörter :
Was bedeuten die Wörter in den untenstehenden Dias? 

Slide 11 - Slide

Der Knabe
A
Das Baby
B
Der Junge
C
Der Diener
D
Der schwarze Vogel

Slide 12 - Quiz

Bergen
A
vergessen
B
enttarnen
C
verhüllen
D
einwickeln

Slide 13 - Quiz

Bang
A
angstvoll
B
faul
C
vergesslich
D
schnell

Slide 14 - Quiz

Der Schweif
A
Die Seife
B
Der Mantel
C
Die Scheibe
D
Der Schwanz

Slide 15 - Quiz

gülden
A
golden
B
groß
C
grob
D
Gulden

Slide 16 - Quiz

Das Gewand
A
Das Tuch
B
Die Wand
C
Das Skelett
D
Das Kleid

Slide 17 - Quiz

Säuseln
A
verstummen
B
flüstern
C
stottern
D
rufen

Slide 18 - Quiz

düster
A
dick
B
dunkel
C
tief
D
finster

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Erlkönig

Slide 21 - Slide

Wovon handelt diese Ballade?

Slide 22 - Mind map


Slide 23 - Open question

Die Fragen
In dit gedicht zijn vier personen "aan het woord". Naast de vader en de zoon zijn dat er nog twee. Welke twee zin dat? 
Geef van elk van de twee personen (niet vader en de zoon) van vraag 1 een regelnummer aan, waarin zij spreken. 

Slide 24 - Slide

Worum geht es in dieser Animation?

Slide 25 - Mind map