Hier is extra uitleg over de present perfect en de past simple, bladzijde 75 van jullie textbook.
Aan het einde van de uitleg heb ik een kleine quiz gemaakt, zo kan je checken of je het écht snapt.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
English
Hallo M2C, ik hoop dat het goed met jullie gaat!
Hier is extra uitleg over de present perfect en de past simple, bladzijde 75 van jullie textbook.
Aan het einde van de uitleg heb ik een kleine quiz gemaakt, zo kan je checken of je het écht snapt.
Slide 1 - Slide
Wat is ook alweer de present perfect?
Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd)
I have played tennis since 2012.
Je maakt de present perfect met have/has + voltooid deelwoord.
Bij I, you, they, we gebruik je HAVE
Bij he, she, it, or a name; John gebruik je HAS
Slide 2 - Slide
Wat is ook alweer de present perfect?
Bij regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord door -ed aan het hele werkwoord toe te voegen --> played, talked, visited.
Bij onregelmatige werkwoorden (known, seen, eaten) heeft het voltooid deelwoord een eigen vorm. Zie Grammar Survey 27.
Slide 3 - Slide
Wanneer gebruik je present perfect?
Om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
Om te praten over ervaringen.
Om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daar nu het resultaat van merkt.
Slide 4 - Slide
Examples
I have lived in London since 2015. ( Ik woon daar dus nog steeds)
We have been friends since primary school. ( We zijn dus nog steeds vrienden)
I have been to Paris six times. ( Ervaring)
He has broken his leg, so now he can't play soccer. ( Hij heeft zijn been gebroken dus hij kan nu niet voetballen)
Slide 5 - Slide
Wat is ook alweer de past simple?
Past simple (verleden tijd)
I watched tempation island last night.
Je maakt de past simple door -ed achter het hele werkwoord te zetten --> visited, cleaned, cooked.
Slide 6 - Slide
Wat is ook alweer de past simple?
als het werkwoord eindigd op een medeklinker + Y, dan veranderd de -y in -ied : study > studied, try > tried.
Bij een aantal kort werkwoorden van één lettergreep met een korte klinker (a,e,i,o,u), zoals stop en grab, wordt de medeklinker verdubbeld > stopped, grabbed
Slide 7 - Slide
Wanneer gebruik je de past simple?
Om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen
Er staat vaak een tijdsaanduiding in de zin, bijvoorbeeld: last week/year, yesterday, etc.
Slide 8 - Slide
Examples
I broke my leg in 2016. ( Dit was 4 jaar geleden, je bent nu weer beter)
I watched the news this morning. ( Ik keek vanochtend naar het nieuws, niet op dit moment)
Yesterday we walked to school. ( gisteren gingen we lopend naar school)
She visited America last year. ( vorig jaar was ze Amerika)
Slide 9 - Slide
Verschil present perfect en past simple
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of heeft het nog een link met het heden.
Slide 10 - Slide
Present perfect vs Past simple
It has been in stock since last week
(Het is nu nog steeds op voorraad)
2. It was in stock last week
(het is nu niet meer op voorraad)
Slide 11 - Slide
Present perfect
I have worked as a teacher since 2010 ( Ik werk al vanaf 2010 als lerares)
I have seen the Eiffel tower ( ik heb de Eiffeltoren gezien, het is een ervaring)
Past simple
We lived in Japan from 2000 to 2009 ( We hebben 9 jaar in Japan gewoond, we wonen daar nu niet meer)
He went to the cinema last week ( hij is vorige week naar de bioscoop geweest)
Slide 12 - Slide
Signaalwoorden
Past simple: yesterday, in 2015, last night/week/year, two weeks ago, two years ago, an hour ago, etc.
Present perfect: already, always, before, since, how long, for, recently, etc.
Slide 13 - Slide
Quiz time!
Quiz time!
Slide 14 - Slide
We sang a song yesterday.
A
Present perfect
B
Past simple
Slide 15 - Quiz
I have known him all my life.
A
Present perfect
B
Past simple
Slide 16 - Quiz
Jackson has lived in Rome for two years.
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 17 - Quiz
My cat died last week.
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 18 - Quiz
I have lost my passport.
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 19 - Quiz
He ....... there since 2013
A
has lived
B
lived
Slide 20 - Quiz
I ........... him an hour ago.
A
saw
B
have seen
Slide 21 - Quiz
Present perfect
Past simple
I have lost my bag
She has broken her leg
Our son has learned how to read
I studied French when i was little.
It was in stock last week
I saw a movie yesterday
Slide 22 - Drag question
Finished!
Ik hoop dat dit heeft geholpen en ik wens jullie heel veel succes de komende weken.