oefenToets thema 1 Planten en dieren Kader

Oefent toets thema 1 planten en dieren
  • Lees de vraag rustig door
  • Beantwoord de vragen in hele zinnen 
  • Meerkeuze vragen is altijd 1 antwoord goed, tenzij het anders is aangegeven.
  • Lever de toets in
  • Heel veel succes

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefent toets thema 1 planten en dieren
  • Lees de vraag rustig door
  • Beantwoord de vragen in hele zinnen 
  • Meerkeuze vragen is altijd 1 antwoord goed, tenzij het anders is aangegeven.
  • Lever de toets in
  • Heel veel succes

Slide 1 - Slide

Wat is een organisme?
A
Een deel van een lichaam.
B
Iets dat leeft.
C
Een aantal organen die samenwerken

Slide 2 - Quiz

LEVEND

DOOD

LEVENLOOS

Slide 3 - Drag question

Een wezen dat de levenskenmerken had, maar niet meer heeft.
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
D
Organisme

Slide 4 - Quiz

Wat is een levenskenmerk?
A
Praten
B
Verliefd zijn
C
Ademhalen
D
uit eten gaan

Slide 5 - Quiz

De levenskenmerk die bij het krijgen van zaden hoort, is....?
A
Groeien
B
Waarnemen
C
Voortplanten
D
Voeden

Slide 6 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 7 - Quiz


Is dit dood of levenloos?
A
dood
B
levenloos

Slide 8 - Quiz

Welke levenskenmerk zie je hier?
A
Voeden
B
Voortplanten
C
Uitscheiden
D
Bewegen

Slide 9 - Quiz

dood, levend of levenloos?
A
blad=levend druppel=dood
B
blad=levenloos druppen=levenloos
C
blad=levend druppel=levenloos
D
blad=levend druppel=levend

Slide 10 - Quiz

schematische tekening
natuurgetrouwe tekening

Slide 11 - Drag question

Wat is groei?
A
Het groter en zwaarder worden van een organisme
B
Veranderingen in de bouw van een organisme
C
Het zwaarder worden van een organisme
D
Verandering in lengte van een organisme

Slide 12 - Quiz

Wat is het verschil tussen groeien en ontwikkelen?

Slide 13 - Open question

Bij lichamelijke ontwikkeling...
A
Verandert je verstand
B
Leer je je lichaam kennen
C
Leer je bepaalde bewegingen
D
Verandert je bouw

Slide 14 - Quiz

Een groeispurt is
A
Een groenten
B
Een ontwikkelingsfase
C
Een levenskenmerk
D
In een korte tijd veel groeien

Slide 15 - Quiz

Hieronder staan voorbeelden van geestelijke of lichamelijke ontwikkelingen. Bij welke levensfase of levensfasen horen deze ontwikkelingen? (Je kunt iedere omschrijving dus meerdere keren gebruiken)
Peuter
Schoolkind
Puber
Sterk veranderende gevoelens
Groeispurt 
Je leert zinnen praten
Je leert woordjes schrijven

Slide 16 - Drag question

Zet de namen van de onderdelen van de bruine boon op de juiste plekken.
Zaadhuid
Zaadlob
Poortje
Hartvormig bultje
Navel

Slide 17 - Drag question

lichamelijke ontwikkeling
geestelijke ontwikkeling
gezichten herkennen
bouwen met blokken Leuk vinden
leren wat niet mag
lezen
wiskunde
seksuele gevoelens
groeispurt
zelfstandig worden
vergeetachtig worden
rimpels

Slide 18 - Drag question

Nee
Ja
Beschermt de zaadhuid de bruine boon?
Sleep het vinkje naar het juiste antwoord.
Tekst

Slide 19 - Drag question

wat is ontwikkeling
A
groter en zwaarder worden van organisme
B
Levenskenmerken vertonen
C
groeien van een organisme
D
veranderingen in bouw van een organisme

Slide 20 - Quiz

Zet de onderstaande stappen op de juiste volgorde van de ontwikkeling van zaadplanten. Begin en eind zijn al gegeven.
1. Zaad
7. Nieuwe zaden komen op de grond
Water opnemen met navel
Er worden bloemen gevormd
Wortels en bladeren groeien
Plant maakt vruchten
Zaadlobben verdwijnen

Slide 21 - Drag question

Wat is een voorbeeld van geestelijke ontwikkeling?

Slide 22 - Open question

Geef een voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling bij een mens

Slide 23 - Open question

Bij fotosynthese ontstaat er ....
A
Koolstofdioxide
B
Verbranding
C
Zuurstof
D
Water

Slide 24 - Quiz

Planten ook voor vleeseters belangrijk?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Bij bleekselderij eten wij de
A
Stengel
B
Wortel
C
Vrucht
D
Bladeren

Slide 26 - Quiz

Een capybara is een
A
Teenganger
B
zoolganger
C
Hoefganger

Slide 27 - Quiz

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 28 - Drag question

Planten kunnen zich verdedigen door:
A
Mond
B
Wortels
C
Stekels/ brandharen

Slide 29 - Quiz

Planten kunnen zich niet aanpassen aan hun leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Dit dier is aangepast aan de omgeving waar het leeft. Noem 2 aanpassingen.

Slide 31 - Open question

Vissen hebben aanpassingen waardoor ze goed door het water kunnen bewegen. Hoe heet de vorm van hun lichaam?

Slide 32 - Open question

Wat is een aanpassing van een ijsbeer aan de kou?
A
dunne vacht
B
een lichte kleur
C
zijn omgeving
D
dikke vacht

Slide 33 - Quiz

Als een organisme giftig is, is dit een manier van verdedigen?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quiz

De stekels van de cactus is een aanpassing....
A
bescherming tegen de droogte
B
als bescherming tegen vraat
C
om vocht vast te houden
D
Om spinnenwebben in te maken

Slide 35 - Quiz

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz