Week 10 3A lagerhuis debat

Burgerschap
Week 10
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Burgerschap
Week 10

Slide 1 - Slide

Planning
  • Doelen bespreken
  •  Pitch herhalen
  • Uitleg werkvorm lagerhuisdebat
  • Uitvoering werkvorm 
  • Doelen controleren
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Doelen
• Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat de werkvorm ‘’lagerhuisdebat’’ inhoudt.
• Aan het einde van de les heeft de student kunnen oefenen met de werkvorm ‘’lagerhuisdebat’’.
• Aan het einde van de les heeft de student de uitleg van de pitch herhaalt.

Slide 3 - Slide

Herhaling pitch
Wat is een pitch? 

Slide 4 - Slide

Herhaling pitch
Wat is een pitch? 
  • Een korte presentatie over een bepaald onderwerp. 

Slide 5 - Slide

Herhaling pitch
Wat ga je doen tijdens de pitch?

Slide 6 - Slide

Herhaling pitch
Wat ga je doen tijdens de pitch?
  • Je kiest een onderwerp uit H3, H4 of H6 
  • Je verteld in tweetallen...
  • Waarom jullie dit thema belangrijk vinden
  • Wat jullie over dit thema geleerd hebben
  • Voorbeelden hoe je dit thema terug ziet in je eigen leven 
  • Bedenkt een pakkende stelling waarover je een discussie in de klas kan voeren en leidt deze discussie

Slide 7 - Slide

Herhaling pitch
Wat doe je na de pitch?

Slide 8 - Slide

Herhaling pitch
Wat doe je na de pitch?
  • Na de pitch geef je je klasgenoten de mogelijkheid tot het stellen van vragen en het geven van feedback

Slide 9 - Slide

Pitch
Vragen over de pitch?

Slide 10 - Slide

Lagerhuisdebat 
Gebaseerd op de politieke besluitvorming van Engeland.
1 stelling
2 groepen (voor- en tegenstanders)

Slide 11 - Slide

Lagerhuisdebat 
Klas word verdeeld in 6 groepen. 
3 groepen zijn voor een stelling
&
3 groepen zijn tegen een stellingen

Is er een stelling waar je eigenlijk voor bent, maar je zit in de groep die tegen de stelling is ga je dus ook alleen maar argumenten bedenken tegen de stelling!

Slide 12 - Slide

voorbeeld
Stelling: De pensioenleeftijd moet weer terug naar 65 jaar. 

Voorstanders
Tegenstanders
Ja, want anders heb je na je werkzame leven geen tijd meer om te genieten van je oude dag en werk je tot de dood. 
Nee, want hierdoor zouden de premies en belastingen omhoog moeten waardoor mensen met een lager inkomen te weinig geld hebben om rond te kunnen komen. 

Slide 13 - Slide

Lagerhuisdebat 
Hoe ziet het debat eruit? 

We hebben 1 debatleider
Een debatleider dient een discussie in goede banen te leiden, bijvoorbeeld bij een verkiezingsdebat. Hij/zij verleent of ontneemt deelnemers het woord. 

Slide 14 - Slide

Lagerhuisdebat 
Hoe ziet het debat eruit? 

Tijdens het debat verleent of ontneemt de debatleider het woord aan de deelnemers van het debat. 
Een deelnemer spreekt alleen wanneer hij/zij het woord heeft gekregen van de debatleider. Andere deelnemers mogen pas reageren wanneer hij/zij het woord krijgt van de debatleider.

Slide 15 - Slide

Lagerhuisdebat 
Hoe ziet het debat eruit? 

Je kan als spreker een argument aanvallen en ontkrachten terwijl je aan het woord bent.
LET OP! WE VALLEN HET ARGUMENT AAN EN NIET DE PERSOON!
Daarom spreken we ook via de debatleider.  
Je begint dus met: ''Meneer de voorzitter...''



Slide 16 - Slide

Lagerhuisdebat 
Wat ga je voor het debat doen?

Jullie krijgen straks de stellingen te zien. 
Daarna krijg je met je groep 10 minuten de tijd om informatie en argumenten te verzamelen die je tijdens het debat kunt gebruiken. 
SCHRIJF DEZE DUS OP PAPIER!

Slide 17 - Slide

Stellingen
  1. Iedere scholier moet geld ontvangen voor het kopen van schoolspullen.
  2. Iedereen moet vegetariër worden
  3. Geld maakt niet gelukkig.

Slide 18 - Slide

Stelling 1
Iedere scholier moet geld ontvangen voor het kopen van schoolspullen

Slide 19 - Slide

Stelling 2
Iedereen moet vegetariër worden.

Slide 20 - Slide

Stelling 3
Geld maakt niet gelukkig.

Slide 21 - Slide

Klaar!

Slide 22 - Slide

Mening
Wat vonden jullie van deze werkvorm? 
Geef dit aan met het aantal vingers op te steken. 

1 vinger = Afschuwelijk
5 vingers = Fantastisch

Slide 23 - Slide

Mening
Hoe waardevol was het voor jou om te oefenen met debatteren?
Geef dit aan met het aantal vingers op te steken. 

1 vinger = Zeer waardeloos
2 vingers = Waardeloos
3 vingers = Neutraal
4 vingers = Waardevol
5 vingers = Ontzettend waardevol

Slide 24 - Slide

Doelen controleren
• Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat de werkvorm ‘’lagerhuisdebat’’ inhoudt.
• Aan het einde van de les heeft de student kunnen oefenen met de werkvorm ‘’lagerhuisdebat’’.
• Aan het einde van de les heeft de student de uitleg van de pitch herhaalt.

Slide 25 - Slide

Afsluiting
Huiswerk: 
GEEN!



Volgende week:
Hoofdstuk 3: Welke betekenis heeft werk?

Slide 26 - Slide