2H K4 Neuneinhalb - Tiere

Kapitel 4 Tiere: Neuneinhalb:
Hund, Katze, Nagetier, Hund, Katze, Kaninchen oder doch lieber einen Vogel? Viele träumen von einem eigenen Haustier, über die Hälfte aller Familien in Deutschland hat auch schon mindestens eines. Bei Vivian sind es sogar fünf! Sie zeigt Reporterin Jana, was es bedeutet, ein Haustier zu versorgen. 

Fragen: 
1. Was muss man sich überlegen, bevor man ein Haustier anschafft? 
2. Und was kann man tun, wenn man keins haben darf? . 



1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kapitel 4 Tiere: Neuneinhalb:
Hund, Katze, Nagetier, Hund, Katze, Kaninchen oder doch lieber einen Vogel? Viele träumen von einem eigenen Haustier, über die Hälfte aller Familien in Deutschland hat auch schon mindestens eines. Bei Vivian sind es sogar fünf! Sie zeigt Reporterin Jana, was es bedeutet, ein Haustier zu versorgen. 

Fragen: 
1. Was muss man sich überlegen, bevor man ein Haustier anschafft? 
2. Und was kann man tun, wenn man keins haben darf? . 



Slide 1 - Slide

9

Slide 2 - Video

01:13
Wat betekent:
Haustiere machen viel Arbeit
A
huisdieren zijn leuk om te hebben
B
huisdieren brengen veel werk met zich mee
C
huisdieren zorgen voor veel vrije tijd

Slide 3 - Quiz

01:57
Der Kater Jan ist behindert. Er kann nicht alleine fressen.
Wat betekent dit?
A
Jan is agressief. Hij moet alleen eten
B
Jan is gehandicapt. Hij kan niet zelf eten

Slide 4 - Quiz

03:13
Die 3 Katzen wurden auf der Strasse gefunden. Wat betekent dit?

Slide 5 - Open question

04:40
Waar moet je op letten als je een hond zou willen aanschaffen?

Slide 6 - Open question

05:02
Waar moet je op letten als je een konijn zou willen aanschaffen?

Slide 7 - Open question

05:21
Waar moet je op letten als je een vogel wilt aanschaffen?

Slide 8 - Open question

05:39
Ongeacht welk huisdier je ook zou willen. Welke 2 dingen moet je niet vergeten?

Slide 9 - Open question

06:35
Waarom denkt ze dat Karlchen het bij deze mensen wel goed zal hebben?

Slide 10 - Open question

07:52
De kinderen komen naar het asiel om "mit den Hunden gassi zu gehen".
Wat betekent dit?
A
honden te spelen
B
met de honden trainen
C
de honden uit te laten

Slide 11 - Quiz

Welk huisdier heb je / zou je willen hebben?

Slide 12 - Open question