Spelling brugklas les 2

Wat is het meervoud van fotograaf?
1 / 13
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is het meervoud van fotograaf?

Slide 1 - Open question

Meervoud
A
dominee's
B
dominees

Slide 2 - Quiz

Meervoud
A
garages
B
garage's

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud?
A
Melodiën
B
Melodieën
C
Bacteriën
D
Bacterieën

Slide 4 - Quiz

Meervoud
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud?
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen

Slide 6 - Quiz

meervoud
A
kroketten
B
kroketen

Slide 7 - Quiz

Meervoud
A
cafées
B
cafees
C
cafés
D
café 's

Slide 8 - Quiz

Wat is het meervoud: meer
A
merren
B
meerderen
C
meren
D
meers

Slide 9 - Quiz

Meervoud
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's

Slide 10 - Quiz

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
timer
0:30
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 11 - Quiz

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, een dier, een plant of een ding.

Bijna alle zelfstandige naamwoorden kun je in het meervoud zetten.
Bij heel veel zelfstandige naamwoorden zet je dan -en achter het woord.
- de leerling – de leerlingen
- het boek – de boeken

Let goed op de spelling van het meervoud.
- Soms moet je een extra letter opschrijven.
de kat – de katten
- Soms moet je een letter weglaten.
de muur – de muren
- Bij sommige meervouden moet je een letter veranderen.
de neus – de neuzen

Slide 12 - Open question

Hoe voel jij je over de Lockdown?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll