Artikel schrijven

1 / 11
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Het artikel

Een artikel:

- is een tekst met achtergrondinformatie over een bepaald onderwerp

- staat vaak op een website, in een krant of tijdschrift

- mag enigszins subjectief (mening) zijn

- bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (minstens drie alinea's)

Slide 2 - Slide

Structuur informatief artikel
Een informatief artikel bestaat in ieder geval  uit de volgende onderdelen
(meestal in deze  volgorde):
  1. Een titel: zegt kort waar het artikel over gaat
  2. Naam van de schrijver(s): staat vaak onder de titel of onder het artikel
  3. Inleiding: korte beschrijving van het onderwerp (belangrjkste informatie uit het artikel)
  4. Middenstuk: alles wat je verder wilt vertellen in het artikel
  5. Conclusie: je vat het artikel nog even samen

Slide 3 - Slide

Artikel: inhoud
Inleiding: vertel wat je wil gaan vertellen in je artikel. Gebruik een van de 3 manieren.
Alinea: - elke alinea bevat een onderwerp (=deelonderwerp)
                - begin met een kernzin
                - geef een toelichting (uitleg) op deze kernzin
Slot: geen nieuwe informatie toevoegen (dan is het geen slot)
Tekstdoel: informeren of overtuigen of een ander doel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Maak eerst een schrijfplan voordat je een artikel gaat schrijven

Zo schrijf je een artikel
Verder:
- Zorg je voor een passende titel.
- Gebruik je een logische volgorde.
- Zorg je voor samenhang in de tekst.
- Zorg je voor passend taalgebruik.
- Vermeld je jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 8 - Slide

Schrijfplan: hoe zat dat ook alweer?
In je schrijfplan zet je de volgende dingen:
  1.  Het onderwerp van je tekst;
  2.  Wat je over het onderwerp wilt vertellen;
  3.  Wat je met de tekst wilt bereiken, oftewel je schrijfdoel;
  4. Voor wie de tekst bedoeld is;
  5. Of er plaatjes bij moeten.

Slide 9 - Slide

Bekijk het schrijfplan voor een artikel 
over onderwijsvormen

Slide 10 - Slide

Taalverzorging 
- Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
- Samenstellingen schrijf je aan elkaar (bijv. wereldreis
- Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin zet je altijd een komma! 
- Zinnen beginnen nooit met een voegwoord, dus niet met
   en, maar, dus, bijvoorbeeld.

Slide 11 - Slide