What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3HV H.3 G Connaitre
Bonjour 3HV !
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour 3HV !
Slide 1 - Slide
Planning du jour
Huiswerk check
Nieuw leerdoel :
Ik kan het werkwoord connaître in vier tijden vervoegen.
Taak G
Slide 2 - Slide
Les buts
Connaître
Présent
Passé composé
Imparfait
Futur simple
Slide 3 - Slide
C'est quoi la traduction du verbe connaître?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Présent
Je conn
ais
= ik ken
Tu conn
ais
= jij kent
Il/elle/on conn
aît
= hij/zij/men kent
Nous connais
sons
= wij kennen
Vous connais
sez
= jullie kennen/u kent
Ils/elles connais
sent
= zij kennen
Slide 6 - Slide
Passé composé
J’ai
connu
= ik heb gekend
Tu as
connu
= jij hebt gekend
Il/elle/on a
connu
= hij/zij/men heeft gekend
Nous avons
connu
= wij hebben gekend
Vous avez
connu
= jullie hebben gekend/u heeft gekend
Ils/ells ont
connu
= zij hebben gekend
Slide 7 - Slide
Imparfait
Je connaiss
ais
= ik kende
Tu connaiss
ais
= jij kende
Il/elle/on connaiss
ait
= hij/zij/men kende
Nous connaiss
i
ons
= wij kenden
Vous connaiss
iez
= jullie kenden/u kende
Ils/elles connaiss
ai
ent
= zij kenden
Slide 8 - Slide
Futur simple
Je connaîtr
ai
= ik zal kennen
Tu connaîtr
as
= jij zal kennen
Il/elle/on connaîtr
a
= hij/zij/men zal kennen
Nous connaîtr
ons
= wij zullen kennen
Vous connaîtr
ez
= jullie zullen kennen/ u zal kennen
Ils /elles connaîtr
ont
= zij zullen kennen
Slide 9 - Slide
Je _______
(connaître, présent)
A
Connais
B
Connaît
C
Connaîtrai
D
Connaîtra
Slide 10 - Quiz
Elle _______
(connaître, passé composé)
A
as connaîs
B
connu
C
a connaît
D
a connu
Slide 11 - Quiz
On ________
(connaître, futur simple)
A
Connaîtrai
B
Connaîtras
C
Connaîtra
D
Connaîtront
Slide 12 - Quiz
Ils ______
(connaître, présent)
A
Connaissent
B
Connaissons
C
Connaissez
D
Connaisent
Slide 13 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord connaître in de futur?
A
connaître
B
connaît
C
connu
D
connaîtr
Slide 14 - Quiz
Nous (connaître) in de Imparfait
A
connaissiez
B
connaaissait
C
connaissions
D
connais
Slide 15 - Quiz
Wat betekent "connaître"?
A
kunnen
B
kennen
C
kopen
D
schrijven
Slide 16 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van connaître?
A
connu
B
avoir
Slide 17 - Quiz
zij zullen kennen =
A
ils/elles connaîtront
B
elle connaître
C
ils/elles connaîtrions
D
elle connaît
Slide 18 - Quiz
Leerdoel : Ik kan connaître in vier tijden vervoegen.
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
Les devoirs
Leer de vervoegingen van Connaitre,
volgende les SO
Slide 20 - Slide
DES QUESTIONS?
Slide 21 - Slide
A DEMAIN !!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Werkwoord connaitre
January 2021
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
U5 - Werkwoord connaitre
October 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Werkwoord connaitre
March 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoord connaitre 12 april 2021
March 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le futur simple inhalers 15 april 2021
April 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapitre 3 bron G
February 2021
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Connaitre (grammaire 1)
March 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le verbe connaître
March 2021
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3