TL-1 2 Hoofdstuk 1 vervolg

Hoofdstuk 1 
Onderzoeken en Ontdekken
+ Practicum
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 
Onderzoeken en Ontdekken
+ Practicum

Slide 1 - Slide

Planning
Herhaling introductie biologie
Korte theorie 1.2 en 1.3 (met opdracht)
Proefje / practicum

Slide 2 - Slide

Wat betekent biologie?
A
Bio = leven, logie = studie
B
Bio = dieren, logie = logica
C
Bio = natuur, logie = studie
D
bio = dier en plant, logie = logica

Slide 3 - Quiz

Orgaan-organisme-orgaanstelsel-weefsel-cel

Zet bovenstaande woorden op volgorde van klein naar groot.
A
weefsel, cel, organisme, orgaanstelsel, orgaan
B
organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel
C
cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme
D
weefsel, orgaan, cel, orgaanstelsel, organisme

Slide 4 - Quiz

Wat moet er bij het vraagteken staan?
A
Celwand
B
DNA
C
Celkern
D
RNA

Slide 5 - Quiz

Wat is een deel van een levend organisme met een specifieke functie?
A
bacterie
B
orgaan
C
cel
D
weefsel

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
Je kan uitleggen hoe we organismen waarnemen
Je kan uitleggen wat een microscoop en preparaat is
Je leert hoe je gegevens vast kunt leggen

Slide 7 - Slide

Organismen bekijken

Alles wat leeft is een organisme


Organismen kunnen worden waargenomen

Zien, ruiken, voelen

Slide 8 - Slide

Wat gebruik je als een organisme heel klein is?

Slide 9 - Open question

Kleine delen bekijken
Met een loep bekijk je kleine organismen of delen van organismen.


Met een microscoop kun je heel kleine organismen of delen van organismen vergroten.


Voor je iets met een microscoop kunt bekijken, maak je eerst een preparaat.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat leg je onder een microscoop?
A
Een computer
B
Een preparaat
C
Een stoel
D
Een boek

Slide 12 - Quiz

Vergroting & doorsneden
Als je iets vergroot tekent, schrijf je de vergroting erbij.



Als je de binnenkant van iets tekent, maak je een lengtedoorsnede of een dwarsdoorsnede.

Slide 13 - Slide

Beschrijving

Bij een beschrijving geef je in woorden de belangrijkste eigenschappen van een organisme.


De belangrijkste eigenschappen van een organisme heten kenmerken.

Slide 14 - Slide

Opdrachten
1.2: Opdracht 4, 15

blz 20 & 25

Slide 15 - Slide

Gegevens vastleggen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe wordt de verticale lijn (van boven naar beneden) in een tabel genoemd?
A
Veld
B
Kolom
C
Kubus
D
Rij

Slide 19 - Quiz

Hoe wordt de horizontalelijn (van links naar rechts) in een tabel genoemd?
A
Veld
B
Kolom
C
Kubus
D
Rij

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Voor aantallen: 
Voor 
groei:

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Hoe heet dit diagram?
A
Een tabel
B
Een lijndiagram
C
Een staafdiagram
D
Een cirkeldiagram

Slide 26 - Quiz

Opdrachten maken, of...
Zelf een experiment doen?

Slide 27 - Slide

Per duo
Ruim je spullen op 

1 laptop (dicht)
1 pen
Rest van tafel is leeg

Samen werkblad doornemen

Slide 28 - Slide

Practicum 1: Dominante oog
1) Maak je tafel leeg
2) Leg een pen voor je op tafel
3) Maak een rondje van je vingers en zet 
de pen in het midden
5) Knijp je linkeroog dicht. Verspringt het beeld?
6) Knijp je rechteroog dicht. Verspringt het beeld?

Slide 29 - Slide

Uitleg
Je hersenen maken van twee beelden 1 beeld
1 oog is wat sterker (dominant), meeste informatie aan hersenen
Meeste mensen rechter oog dominant 


Slide 30 - Slide

Resultaten
Staafdiagram op bord

Slide 31 - Slide

Practicum 2: Adem inhouden
Hoe lang kunnen jullie je adem inhouden?
Meet (met stopwatch) per persoon 3x hoe lang adem ingehouden wordt
Zet gegevens in tabel (zie blad)
Maak een grafiek (lijndiagram) van de gegevens

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video