Oefentoets bespreken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Oefentoets les

Planning vandaag

• Vragen bespreken 
• Video

Bespreken oefentoets

Vraag 1

We behandelen nu tijdvak 1 in de les. Wat is de naam van dit tijdvak? (1pt)

Vraag 1

We behandelen nu tijdvak 1 in de les. Wat is de naam van dit tijdvak? (1pt)

Tijd van jagers en boeren

Vraag 2

Geef de juiste betekenissen bij de onderstaande begrippen (2pt)

A Samenleving

B Werktuigen

C Archeoloog

D Prehistorie

Vraag 2

Geef de juiste betekenissen bij de onderstaande begrippen (2pt)

A Samenleving = (maatschappij) hoe een grote groep mensen samenleeft

B Werktuigen = voorwerp waarmee je iets doet of maakt

C Archeoloog = iemand die opgravingen doet en bestudeert

D Prehistorie = eerste periode: de tijd waaruit we geen geschreven bronnen hebben

Vraag 3

A Noem 3 voorbeelden van werktuigen van de Jagers-Verzamelaars (2pt)

Bijlen, messen, speren, naalden en krabbers

B Geef ook aan waarvoor deze werktuigen werden gebruikt (1 per voorbeeld) (2pt)

Huid schoonmaken van gedode dieren bijvoorbeeld.

C Beschrijf in je eigen woorden hoe deze werktuigen er ongeveer hebben uitgezien (1pt)

Van stenen gemaakt

Vraag 4

Onderzoekers leren dingen over het verleden door bronnen te onderzoeken.

A Wat is een bron? (1pt)

B Geef twee voorbeelden van bronnen die onderzoekers zouden kunnen gebruiken om dingen over het verleden te leren. (2pt)

Vraag 4

Onderzoekers leren dingen over het verleden door bronnen te onderzoeken.

A Wat is een bron? (1pt)

Hieruit haal je informatie

B Geef twee voorbeelden van bronnen die onderzoekers zouden kunnen gebruiken om dingen over het verleden te leren. (2pt)

Pijl en boog, muurschilderingen, potten, vuursteen.

Vraag 5 Jagers-Verzamelaars waren nomaden. Deze mensen hebben geen vaste woonplaats. Bekijk het plaatje hieronder.

Jagers-Verzamelaars waren nomaden. Deze mensen hebben geen vaste woonplaats. Bekijk het plaatje hieronder.

A Geef twee kenmerken van nomaden. Gebruik hiervoor per kenmerk een bronelement (iets uit de bron). (2pt)

B Leg uit waarom nomaden niet lang op 1 plek wonen. (1pt)

Vraag 5 Jagers-Verzamelaars waren nomaden. Deze mensen hebben geen vaste woonplaats. Bekijk het plaatje hieronder.

Jagers-Verzamelaars waren nomaden. Deze mensen hebben geen vaste woonplaats. Bekijk het plaatje hieronder.

A Geef twee kenmerken van nomaden. Gebruik hiervoor per kenmerk een bronelement (iets uit de bron). (2pt)

Wonen in tenten zoals op de bron, want zij reizen veel rond.

Je ziet vis op de bron, dus zij hebben daarop gejaagd, want het zijn jagers en verzamelaars.

Vraag 5 Jagers-Verzamelaars waren nomaden. Deze mensen hebben geen vaste woonplaats. Bekijk het plaatje hieronder.

Jagers-Verzamelaars waren nomaden. Deze mensen hebben geen vaste woonplaats. Bekijk het plaatje hieronder.

B Leg uit waarom nomaden niet lang op 1 plek wonen. (1pt)

Zij vertrekken weer als het voedsel in de omgeving op is naar een nieuwe plek.

Vraag 6

De ontdekking van de landbouw werd ook wel de landbouwrevolutie genoemd.

A Wat is landbouw? Geef compleet antwoord! (2pt)

B Wat betekent het begrip revolutie? (1pt)

C Waarom werd deze ontdekking een revolutie genoemd? Leg je antwoord uit. (2pt)

Vraag 6

De ontdekking van de landbouw werd ook wel de landbouwrevolutie genoemd.

A Wat is landbouw? Geef compleet antwoord! (2pt)

Akkerbouw en veeteelt heten samen landbouw.

Vraag 6

De ontdekking van de landbouw werd ook wel de landbouwrevolutie genoemd.

B Wat betekent het begrip revolutie? (1pt)

Een grote verandering

Vraag 6

De ontdekking van de landbouw werd ook wel de landbouwrevolutie genoemd.

C Waarom werd deze ontdekking een revolutie genoemd? Leg je antwoord uit. (2pt)

Omdat de landbouwrevolutie een grote verandering was.

SO Hoofdstuk 1

Donderdag 6 oktober.

Schrijf op in je EF-agenda.