§3.4 Water in natte en droge gebieden deel 1


Blz. 114 + Laptop
C3.4: Water in natte en droge gebieden
 1. Huiswerkcontrole
 2. Herhaling
 3. C3.4: Uitleg
 4. Opdrachten
5m
5m
10m
20m
 5. Afsluiting
5m
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson


Blz. 114 + Laptop
C3.4: Water in natte en droge gebieden
 1. Huiswerkcontrole
 2. Herhaling
 3. C3.4: Uitleg
 4. Opdrachten
5m
5m
10m
20m
 5. Afsluiting
5m

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van deze les
  1. Leg uit waarom er in de uiterwaard veel boerenbedrijven te vinden zijn.
  2. Leg uit waarom de Afsluitdijk is aangelegd?
  3. Wanneer was de Watersnoodramp?
  4. Welk doel heeft de Deltawerken?

Slide 2 - Slide

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 3 - Quiz

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 4 - Quiz

De rivier, vriend en vijand
Piekafvoer
Wanneer er veel neerslag valt kan er wateroverlast onstaan. De rivier moet heel veel water afvoeren. Dit noemen we piekafvoer.

Tijdens piekafvoer, oftewel hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen.
Uiterwaard
Tijdens hoogwater, kan het water over de zomerdijk stromen. Het water stroom dan de overstroomgebied in. Dit noemen we de uiterwaard.

De uiterwaard wordt door de overstroming erg vuchtbaar. Het water laat een laagje rivierklei (slib) achter. Daarom zie je in de uiterwaarde veel boerebedrijven, maar ook fabrieken omdat rivierklei erg geschikt is voor bakstenen en dakpannen.
Zomerdijk
Lage dijk, vlak naast de rivier. 
houdt water tegen bij lage waterstanden
Winterdijk
Hoge dijk, achter de uiterwaarde. 
houdt water tegen bij hoge waterstanden.

Slide 5 - Slide

Nu in het echt

Slide 6 - Slide

Vaargeul
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard

Slide 7 - Drag question

Zorg om het water
Vroeger regelmatig overstromingen in Friesland, Noord-Holland, Overijssel, Gelderland en Zeeland.


Slide 8 - Slide

Afsluitdijk 
Bouw van de afsluitdijk: 1927 - 1932  
  • Een dijk van 32 kilometer lang
  • Gebouwd om overstromingen tegen te gaan. Afsluiting Zuiderzee.

Polders:
  • Wieringermeerpolder: 1927
  • Noordoospolder: 1942
  • Flevopolder: 1955 - 1968

Het ontstaan van het IJsselmeer

Ingenieur Lely

Slide 9 - Slide

Bouw van de afsluitdijk

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Watersnoodramp
1 februari 1953:  een zware noordwesterstorm met windkracht 12 en springtij. Het water kwam uitzonderlijk hoog.

Dijken overspoelden en braken door. Hierdoor kwamen grote delen van Zeeland, maar ook delen van Zuid-Holland en Brabant, onderwater.

De overstroming had 1836 slachtoffers.




Slide 12 - Slide

Deltawerken
Dijken waren niet sterk genoeg. Grootse aanpakken nodig. 
Er werd begonnen met de Deltawerken.

Doel van de deltawerken: 
De kustlijn verkorten en versterken.
Haringvlietdam
Volledig gesloten dam. Er komt geen zout water in het Haringvliet
2
Oosterscheldekering
Sluit alleen bij extreem hoge waterstand
1
Maeslantkering
De Nieuwe Waterweg kan open en dicht. Waarom? 
3
Westerschelde
Waarom is de Westerschelde open? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Aan het werk
Wat: lees en maak van §3.4 'Water in natte en droge gebieden' vraag 1 t/m 5

Wanneer: deze les

Hulp:   de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw
             Muziek luisteren mag!

Klaar?: Herhaling C3.4 


timer
10:00

Slide 15 - Slide

Lesdoelencheck
  1. Leg uit waarom er in de uiterwaard veel boerenbedrijven te vinden zijn.
  2. Waarom is de Afsluitdijk aangelegd?
  3. Wanneer was de watersnoodramp?
  4. Wat is het doel van de Deltawerken?

Slide 16 - Slide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 18 - Mind map