TM43 (026)

• Natuurkunde
• MBO
• Studiejaar 3

Tentamen

Morgen uitslag tentamen

Sowieso voldoende (afhankelijk van Meneer de Clerck)

Is er behoefte om het tentamen te bespreken?

- aan het eind van de les of morgen

Rotatie

Lesdoelen

Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat om:

- In eigen woorden uit te leggen wat het verschil is tussen frequentie en snelheid.

- Met behulp van gegeven formules de frequentie en snelheden van tandwielen uit te rekenen.

Rotatie

Wat weet je over de (baan)snelheden van de tandwielen?

Rotatie

Baansnelheden zijn hetzelfde!

v(groot) = v(klein)

snelheid =      * diameter * frequentie

v =      * d * f

π

π

Wat voor eenheid heeft frequentie?
(v -> m/s of km/u)

Rotatie

v(groot) = v(klein)

      * diameter(groot) * frequentie =     *diameter(klein) * frequentie

*d*f =     *d*f

d(groot)*f = d(klein)*f

π

π

π

π

Voorbeeld opgave

Een tandwiel heeft een diameter van 10 cm en maakt 4 omwentelingen per seconde. Er wordt een tweede tandwiel bevestigd met een diameter van 5 cm. 

Wat is de snelheid van het tweede tandwiel?

Voorbeeld opgave

v =    * d * f

d(groot) = 10 cm
f = 4 Hz

v =       * d * f = 3,14*10*4 = 126 cm/s

π

π

Neem even een break.

Opgave

Een tandwiel heeft een diameter van 10 cm en maakt 4 omwentelingen per seconde. Er wordt een tweede tandwiel bevestigd met een diameter van 5 cm.

- Wat is de frequentie van het tweede tandwiel?

- Met hoeveel rpm draait het eerste tandwiel?

- Met hoeveel rpm draait het tweede tandwiel?

Uitkomst

Opgave

Een tandwiel heeft een diameter van 10 cm en gaat met een rotatie snelheid van 100 cm/s. Een tweede tandwiel met frequentie 2 Hz wordt bevestigd. 

- Wat is de diameter van het tweede tandwiel?

- Met hoeveel rpm draait het eerste tandwiel?

Uitkomst

Lesdoelen

Aan het eind van de les zijn de leerlingen in staat om:

- In eigen woorden uit te leggen wat het verschil is tussen frequentie en snelheid.

- Met behulp van gegeven formules de frequentie en snelheden van tandwielen uit te rekenen.