Aan het eind van de les kan je zelfstandig de delen van de zin bij elkaar zetten die bij elkaar horen. Verder heb je aan het eind van de les een overzicht van de te leren stof over Formuleren H 1 t/m 6.
Slide 2 - Slide
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
Deze door de beroemde architect Calatrava ontworpen brug, is zwaar beschadigd.
Slide 3 - Slide
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
Deze door de beroemde architect Calatrava ontworpen brug, is zwaar beschadigd. --> lange bevoeglijke bepaling voor znw.
De brug ontworpen door de beroemde architect Calatrava is zwaar beschadigd.
Slide 4 - Slide
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
De wielrenner werd vanwege dopinggebruik in de vorige editie van de Giro door UCI geschorst.
Slide 5 - Slide
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
De wielrenner werd vanwege dopinggebruik in de vorige editie van de Giro door UCI geschorst. --> zet de werkwoorden bij elkaar.
De wielrenner werd geschorst door UCI vanwege dopinggebruik in de vorige editie van de Giro.
Slide 6 - Slide
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
Ik weet niet of ik deze pizza wel helemaal op zou kunnen eten.
Slide 7 - Slide
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort
Ik weet niet of ik deze pizza wel helemaal op zou kunnen eten. --> splitsbare werkwoorden bij elkaar
Ik weet niet of ik deze pizza wel helemaal zou kunnen opeten.
Slide 8 - Slide
Zelf aan de slag
Wat?
Maak van ieder hoofdstuk een korte samenvatting.
Hoe?
Schrijf of typ je samenvatting. Lever aan het eind van de les in van Teams.
Eerder klaar?
Ga naar de online methode --> trainen --> kies een hoofdstuk dat je lastig vindt en maakt de herhalingsopdrachten.