M&W les 2

• Mens en Maatschappij
• ISK

seizoenen

mei

januari

augustus

november

april

december

juni

maart

oktober

februari

juli

september

Maanden van het jaar laten noemen. Daarna in de goede volgorde zetten.

Bovenaan beginnen met december.

leerdoelen:

- Je weet dat de aarde schuin staat

- Je begrijpt waarom er seizoenen zijn

- je leert hoeveel dagen een maand heeft

- je leert wat een schrikkeljaar is

Waarom zijn er seizoenen? 

Waarom is het niet het hele jaar door hetzelfde weer? 

Waarom zijn er seizoenen?

1. De aarde draait om de zon
2. De zon draait om de aarde
3. De aarde staat schuin
4. De zon schijnt

Schrikkeljaar

schrikkeljaar:

Een schrikkeljaar heb je om de 4 jaar.

Dat jaar heeft dan 366 dagen.

hoeveel dagen zitten er in een schrikkeljaar?

1. 364
2. 365
3. 366
4. 367

Hoe vaak komen schrikkeljaren voor?

1. Eens in de 2 jaar.
2. Eens in de 4 jaar.
3. Eens in de 10 jaar.
4. Eens in de 16 jaar.

Hoeveel dagen zitten er in een maand? 

Truckje voor de maanden

• Knokkels (31 dagen)
• Kuiltjes (30 dagen)

Hoeveel dagen heeft de maand juni?

1. 30
2. 31
3. 28

Hoeveel dagen heeft de maand februari?

1. 28
2. 29
3. 30
4. 31

3O dagen

31 dagen

28 of 29 dagen

januari

februari

maart

april

mei

juni

juli

augustus

september

oktober

november

december

Opdracht

- Maak de opdrachten uit je seizoenen werkboekje verder af. 

- Klaar? maak dan de tekening achterin je boekje. 

Wat weet je nu over de seizoenen?

1. Er zitten ..... dagen in een jaar.

2. Er zitten ...... weken in een jaar.

3. Er zitten ...... maanden in een jaar.

4. De aarde staat ....... tegenover de zon.

5. Er zijn seizoenen omdat......

6. Een maand heeft ....... dagen.

7. Een schrikkeljaar is.......