13.4 Geluidshinder

H10 geluid - 10.2 Geluidsniveau 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Lesboek, werkboek
- Of je device
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H10 geluid - 10.2 Geluidsniveau 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Lesboek, werkboek
- Of je device

Slide 1 - Slide

1
2
3
4

Slide 2 - Slide

Iemand steekt buiten vuurwerk af. Na 1,6 s hoor je de knal. Bereken op welke afstand het vuurwerk is afgestoken.

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
Ik kan het aantal decibel berekenen als geluid zich verdubbelt.

Ik kan voorbeelden noemen van hoe je geluidshinder tegengaat.


Slide 4 - Slide

Hoe hard klinkt geluid
  • Geluidsniveau geeft aan hoe hard geluid is

  • Geluidssterkte wordt gemeten in Decibel (dB)

  • Geluidssterkte meet je met een decibelmeter

Slide 5 - Slide

Wanneer loop je gehoorschade op?
  • Tot 80 dB is veilig

  • Vanaf 90 dB is kans op gehoorschade 

  • 140 dB doet pijn en kan gehoor direct beschadigen





Slide 6 - Slide

Wat als je geluid verdubbelt?
Eén luidspreker maakt een geluid van 80 dB.
Een tweede luidspreker ook.

Samen maken ze 160 dB?

Slide 7 - Slide

Wat als je geluid verdubbelt?
Eén luidspreker maakt een geluid van 80 dB.
Een tweede luidspreker ook.

Nee! Samen maken ze 83 dB.

Slide 8 - Slide

Wat als je geluid verdubbelt?
Eén luidspreker maakt een geluid van 80 dB.
Een tweede luidspreker ook.

Bij verdubbeling, altijd +3 dB.
Bij halvering, altijd -3 dB.

Slide 9 - Slide

1 stofzuiger produceert 70 dB aan geluid. Je zet een tweede stofzuiger aan die ook 70 dB aan geluid maakt. Hoeveel dB aan geluid meet je als beide stofzuigers aan staan?

Slide 10 - Open question

Je zet twee luidsprekers aan, je meet een geluid van 86 dB samen.
Als je één uitzet, hoeveel dB meet je dan?

Slide 11 - Open question

1
2
3
4
5
6
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 12 - Slide

Hoe verminder je geluidsoverlast?
Bij de bron

Bij de ontvanger

Tussen de bron en ontvanger

Slide 13 - Slide

Aan de slag:


Maak van paragraaf 13.4 de opdrachten.


Slide 14 - Slide