3.2 deel 2: het Christendom wordt belangrijker

3.2 Het Christendom wordt belangrijk
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.2 Het Christendom wordt belangrijk

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalen
  • Uitleg
  • Filmpje + vragen
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Herhalen
  • Wat is het hofstelsel?
  • Wat zijn heidenen?
  • Wat zijn missionarissen? 
  • Wat deden deze missionarissen allemaal?


Slide 3 - Slide

Je kunt met vier voorbeelden laten zien dat het christendom belangrijk was voor mensen in de middeleeuwen

Slide 4 - Slide

Invloed op dagelijks leven
  • Elk dorp --> kerk + priester 
  • Priester --> zorgen dat mensen zich aan christelijke leefregels hielden. 
  • Alleen priester contact met God + enige die Bijbel kon lezen, daarom goed luisteren naar hem
  • Bij geboorte gedoopt + trouwen in kerk + begraven bij kerk 
  • Goed geleefd: hemel. Slecht geleefd: hel 

Slide 5 - Slide

 Je kunt de drie standen in de middeleeuwse samenleving beschrijven.

Slide 6 - Slide

Een standensamenleving
  • Middeleeuwse samenleving was verdeeld in standen

  • Een stand = Een groep mensen die volgens de middeleeuwers een eigen taak had. 

Slide 7 - Slide

De drie standen 
  1. Geestelijkheid = Eerste stand. Iemand in dienst van de kerk, zoals de paus, priesters, monniken en nonnen. Hoogste geestelijke is de Paus.
  2. Adel / edelman = Tweede stand.  bijvoorbeeld een hertog, graaf of ridder (= Een goed bewapende ruiter). Dit werd je niet zomaar --> Vader was van adel of de koning maakte je tot adel.
  3. Boeren = derde en laagste stand. 

Slide 8 - Slide

Taken van de drie standen 
  • Geestelijkheid: bidden voor de mensen

  • Adel: moest de geestelijken en boeren beschermen

  • Boeren: bewerkten het land en zorgden voor voedsel.

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Eerst:
Filmpje kijken + vragen beantwoorden (zie SomToday)

Daarna:
Zelfstandig verder gaan: Lezen 3.3, begrippen en moeilijke woorden opschrijven + betekenis

Slide 10 - Slide