Over economische grenzen: 8.1 Nederland handelsland

Welkom klas 3ga!
Vandaag:


Economische grenzen - Nederland als handelsland.



1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom klas 3ga!
Vandaag:


Economische grenzen - Nederland als handelsland.



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Kun je begrippen omschrijven die met handel te maken 
   hebben.
- Kun je getallen berekenen die met handel te maken hebben.
- Kun je een balans opstellen waarin enkele begrippen en
   getallen worden vermeld. 
   vermeld.
- Kun je uitlegggen waarom handel voor NL belangrijk is.

Slide 2 - Slide

1. Aandacht richten op doelen en aansluiten bij voorkennis/5 min.  

- Je richt de aandacht op de doelen van de les
- Je activeert de voorkennis van leerlingen
- Je geeft de leskern betekenis.

BETEKENIS GEVEN
Invoerrechten

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Vrijhandel

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Europese Unie

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Waarom is handel voor NL belangrijk?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Uitleg Nederland handelsland
Exporteren                                                                                    Importquote
    Importeren                                                                           Exportquote
     Wederuitvoer                                                             Open economie
     Invoerwaarde                                                            Gesloten economie
       Uitvoerwaarde                                                         Nationaal inkomen
                                                                                                 Betalingsbalans
                              

Slide 7 - Slide

2. Uitleg geven/10 min. 

- Je stimuleert actief luisteren = duidelijk maken wat je van leerlingen verwacht tijdens het luisteren
- Je richt je op de kern van de les
- Je houdt contact met de klas bij de verschillende denkstappen of overgangen in de uitleg
- Je houdt de aandacht vast door concretisering en visualisering.
- Je maakt een ordelijk gebruik van het bord.

ZICHTBAARHEID, SUCCES ERVAREN, KENNIS VAN RESULTATEN, INTERESSE EN VEILIGHEID

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Importeren


Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland.

Voorbeeld: kiwi's

Exporteren


Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland.

Voorbeeld: tulpen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wederuitvoer
Is een deel van de export .

De goederen en diensten die we eerst invoeren en daarna exporteren aan het buitenland

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Invoerwaarde

ingevoerde hoeveelheid x 
prijs per eenheid

Voorbeeld:
Een bedrijf koopt 2000 tablets van 250 euro per stuk.
2000 x 250 = 500000
Uitvoerwaarde

uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Voorbeeld:
Een bedrijf verkoopt 700 trucks van 100000 per stuk.
700 x 100000 = 70000000

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Betalingsbalans
Inkomsten: de totale waarde van de geëxporteerde goederen en diensten.
Uitgaven: de totale waarde van de geïmporteerde goederen en diensten. 

Overschot: uitvoerwaarde is groter dan de invoerwaarde:
saldo is positief-> export is groter dan de import

Tekort: invoerwaarde is groter dan de uitvoerwaarde:
saldo is negatief-> import is groter dan de export

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Is hier een overschot of tekort?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nationaal inkomen 
Het totale inkomen van een land.

Hiermee kun je uitrekenen of de internationale handel van een land groot of klein is. En dus belangrijk is voor de economie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

                Importquote
 totale invoerwaarde x 100  = % 
   nationaal inkomen  

Nationaal inkomen = 750 miljard
Totale invoerwaarde = 600 miljard. 
Exportquote = 600:725x100=82.8%
                 Exportquote
totale uitvoerwaarde x 100 = %
nationaal inkomen 

Nationaal inkomen = 750 miljard
Totale uitvoerwaarde = 700 miljard.
Uitvoerquote = 700:750x100=93.3%

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Open economie

 Landen met een hoge importquote en hoge exportquote -> afhankelijk van internationale handel.
Gesloten economie

Landen die weinig invoeren of uitvoeren ten opzichte van hun nationaal inkomen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is wederuitvoer?
A
Goederen die worden verkocht aan NL'se bedrijven
B
Diensten die worden gekocht van buitenlandse bedrijven.
C
Goederen die worden ingevoerd en geëxporteerd aan het buitenland.
D
Goederen die worden uitgevoerd en geëxporteerd aan het buitenland.

Slide 17 - Quiz

3. Nagaan of de belangrijkste begrippen of vaardigheden zijn overgekomen/5 min.

- Je richt je op de kern van de informatie
- Je richt je op alle leerlingen
- Je laat zien dat je de begrippen indivuele aanspreekbaarheid, zichtbaarheid denktijd en veiligheid inhoud geeft.

INDIVIDUELE AANSPREEKBAARHEID, ZICHTBAARHEID, VEILIGHEID EN MOTIVATIE STIMULEREN, KENNIS VAN RESULTATEN
Als de invoerwaarde groter is dan de uitvoerwaarde, is er dan een tekort of overschot op de betalingsbalans?
A
Overschot
B
Tekort

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Als er op de betalingsbalans een overschot staat, is er dan meer export of meer import geweest?
A
Meer export
B
Meer import

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het nationaal inkomen van een land is 850 miljard euro. De exportquote is 700 miljard. Wat is de exportquote?
A
121.4%
B
82.4%
C
56.7%
D
77%

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht: het maken van een betalingsbalans
- Ogedane kennis verwerken en toepassen.  
- Een betalingsbalans opstellen en vragen maken.    
- Aan de hand van de gegevens die zo op de slide staan gaan jullie in groepjes van twee of drie.
   Het boek mag je erbij gebruiken -> paragraag 8.1 blz. 224 t/m 227.
- Bij vragen steek je je vinger op.
- Jullie krijgen ongeveer 10 minuten. 
- Twee groepjes voor de klas vertellen hoe zij de opdracht hebben gemaakt/klassikaal bespreken door een aantal leerlingen aan het woord te laten.
- Klaar? Maak de vragen van 8.1.
                                                                                     
                                                                                  SUCCES!

Slide 21 - Slide

4. Instructie geven op zelfwerkzaamheid/5 min.

- waartoe dient de opdracht?
- wat is de opdracht?/wat er gedaan moet worden
- hoe moet er worden gewerkt?/op welke manier iets gedaan moet worden
-hoe je helpt/welke hulp is er beschikbaar?
-hoeveel tijd de leerling krijgt/is er beschikbaar?
-wat je met de uitkomst doet/wat ermee gebeurt?
-wat de leerling doet als hij klaar is/wat moet er gebeuren als men klaar is?


MOTIVATIE DOOR HELDERHEID
Gegevens voor het maken van de betalingsbalans en de vragen over de import en export:
- De totale waarde van de geëxporteerde goederen en diensten is 650 miljard euro. 
- De totale waarde van de geïmporteerde goederen en diensten is 550 miljard euro. 
- Het nationale inkomen is 800 miljard euro. 
- De wederuitvoer is 400 miljard euro. 
-> Maak op basis van deze informatie de betalingsbalans. 
Vragen:
1. Is het saldo van de betalingsbalans positief of negatief? Leg dit uit.
2. Hoeveel procent van de export is wederuitvoer? 
3. Wat is de importquote?
4. Wat is de exportquote?
5. Is dit land een open of gesloten economie? Leg dit uit.

Slide 22 - Slide

5. Het begeleiden van zelfwerkzaamheid /10 min. 

Begeleiden door o.a.:
- feedback geven
- leerlingen stimuleren zelf oplossingen te zoeken voor problemen
- stimuleer denken
- observeer leerlingen

INDIVIDUELE AANSPREEKBAARHEID, ZICHTBAARHEID, KENNIS VAN RESULTATEN, INTERESSE EN VEILIGHEID
Afsluiting 
- Wat hebben we kort samengevat vandaag geleerd?

- Wat waren belangrijke begrippen en rekenvaardigheden?

- Hoe ging het om deze stof te begrijpen?

Slide 23 - Slide

6. Afsluiting van de les/5 min. 

- richt je op alle leerlingen
- vraag de kern van de les terug
- bespreek de inhoud en het proces

INDIVIDUELE AANSPREEKBAARHEID, ZICHTBAARHEID, KENNIS VAN RESULTATEN