This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Temperatuur
Slide 1 - Slide
Wanneer hebben we met temperatuur te maken?
Slide 2 - Mind map
Wat is de hoogste en laagste temperatuur die ooit is gemeten?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Video
01:01
Wat is de laagste temperatuur ooit gemeten?
A
- 98
B
98
C
- 85
D
-73
Slide 5 - Quiz
01:40
Wat is de hoogste temperatuur ooit gemeten?
A
53 graden
B
56 graden
C
50 graden
D
36 graden
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Drag question
- 8 graden Celcius
23 graden Celcius
Zeven graden boven nul
Twintig graden onder nul
4 graden Celcius
- 45 graden Celcius
Slide 8 - Drag question
Negatieve temperatuur
Wanneer het kouder dan 0 graden is.
Slide 9 - Slide
Woorden voor negatieve temperatuur.
Onder het vriespunt
Vriezen
Twintig graden onder nul
Slide 10 - Slide
Positieve temperatuur
Als het warmer dan 0 graden is.
Slide 11 - Slide
Woorden voor positieve temperatuur.
Hittegolf
Twintig graden boven nul
Koorts
Kamertemperatuur
Kookpunt
Slide 12 - Slide
Vriezen
Kookpunt
Koorts
Twintig graden onder nul
Hittegolf
Onder het vriespunt
Slide 13 - Drag question
Slide 14 - Slide
Temperaturen boven 0 °C
Getallen die groter zijn dan 0 noem je ook wel positieve getallen. Een positief getal vind je bijvoorbeeld bij een temperatuur van 18,7 °C.
Temperaturen onder 0 °C
Getallen kleiner dan 0 noemen we negatieve getallen. Wanneer het buiten vriest, is de temperatuur onder nul. Je zegt ook wel: de temperatuur ligt onder het vriespunt. Een temperatuur onder nul is bijvoorbeeld -3 °C (je zegt: min drie graden Celsius).
Aan het minteken kun je zien dat je te maken hebt met een negatief getal.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Waar of niet waar? De temperatuur is deze week onder het vriespunt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Wat is de hoogste temperatuur op vrijdag?
A
10 graden
B
8 graden
C
-8 graden
D
7 graden
Slide 18 - Quiz
Maximum en Minimum
Maximumtemperatuur - de hoogste temperatuur
Minimumtemperatuur - de laagste temperatuur
Slide 19 - Slide
Wat is de minimumtemperatuur op zondag?
A
2 graden
B
8 graden
C
4 graden
D
7 graden
Slide 20 - Quiz
Wat is de maximumtemperatuur op woensdag?
A
9 graden
B
8 graden
C
10 graden
D
4 graden
Slide 21 - Quiz
Je houdt van temperaturen boven de 35 graden. Naar welke landen kun je het beste heen?
A
Noorwegen en Nederland
B
Spanje en Turkije
C
Spanje en Italie
D
Turkije en Italie
Slide 22 - Quiz
Je houdt van temperaturen onder de 20 graden. Naar welke landen kun je het beste heen?
A
Zweden en Engeland
B
Spanje en Turkije
C
Nederland en Portugal
D
Ijsland en Belgie
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
Wat is het verschil tussen de maximumtemperatuur op dinsdag en vrijdag?
A
4 graden
B
5 graden
C
6 graden
D
2 graden
Slide 25 - Quiz
Wat is het verschil tussen de maximumtemperatuur en de minimumtemperatuur?
A
4 graden
B
10 graden
C
6 graden
D
2 graden
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Wat is het verschil tussen -4 graden en -9 graden?
A
5 graden
B
13 graden
C
7 graden
D
4 graden
Slide 28 - Quiz
Wat is het verschil tussen -1 graden en -19 graden?
A
5 graden
B
13 graden
C
18 graden
D
4 graden
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Wat is het verschil tussen 5 graden en -6 graden?
A
14 graden
B
11 graden
C
13 graden
D
120242 graden
Slide 31 - Quiz
Wat is het verschil tussen -14 graden en 7 graden?
A
14 graden
B
17 graden
C
18 graden
D
21 graden
Slide 32 - Quiz
Gister was het 5 graden onder het vriespunt. Vandaag is het 20 graden. Hoe groot is het verschil?
A
20 graden
B
15 graden
C
25 graden
D
22 graden
Slide 33 - Quiz
Fred Kroket heeft 38,2 graden koorts. Gister was zijn lichaamstemperatuur 37 graden. Hoeveel is zijn temperatuur gestegen?