Signaalwoorden

Lezen blok 4
  • Signaalwoorden
  • Hoofd- en bijzaken
  • Verbindingsmanieren

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lezen blok 4
  • Signaalwoorden
  • Hoofd- en bijzaken
  • Verbindingsmanieren

Slide 1 - Slide

Doelen deze les:
1. Wat weet je nog?
2. Verbindingsmanieren leren.

Slide 2 - Slide

Hoe kan een schrijver
een tekst inleiden?

Slide 3 - Mind map

Hoe kan een schrijver
stukken tekst
met elkaar verbinden>

Slide 4 - Mind map

Verbindingsmanieren
Hoe kan een schrijver alinea's of delen van een tekst met elkaar verbinden?
1. door signaalwoorden: seintje voor de lezer
2. door herhaling: begin van de alinea woorden herhalen uit vorige alinea
3. overgangszinnen met verwijzing: begin alinea met verwijswoord (die, dat, deze)
4. aankondigende zinnen: eind van de alinea, vertelt wat je hierna kunt verwachten.

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden &
tekstverbanden

Slide 6 - Mind map

Het is prachtig weer, maar toch stond er een koude wind.
Maar is het signaalwoord voor:
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Ik houd van taart, chocolade en pizza.
En is een signaalwoord voor:
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 8 - Quiz

Sjaak houdt erg van sport, zo staat hij elke week op de tennisbaan.
Zo is een signaalwoord voor:
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Aan de slag:
Je maakt opdracht 1, 2 en 3.
Niet af? Huiswerk voor de de volgende keer!

Zorg ervoor dat je een leesboek (nummer 3) hebt.  Elke week een half uur lezen.

Slide 10 - Slide